Ontbinding stichting continuïteit na splitsing familievennootschap
Voor een familieonderneming met familieverhoudingen die niet altijd innig zijn, is een beschermingsconstructie in de vorm van een stichting continuïteit opgetuigd, ter voorkoming dat twee familieleden een derde familielid kunnen overstemmen bij ingrijpende beslissingen waar de continuïteit van de familieonderneming niet mee zou zijn gediend. Op een gegeven moment vindt een ruziesplitsing van de familieonderneming plaats, waardoor de stichting haar doel niet meer kan bereiken. Volgens het verwerende familielid behoudt de stichting haar continuïteitsdoel voor de gesplitste vennootschap. Echter, de rechter oordeelt dat de gesplitste vennootschap een grootaandeelhouder heeft met bijna alle aandelen in handen. De ontbinding van de stichting continuïteit wordt derhalve toegewezen. Het statutaire doel kan niet meer worden bereikt. Er is namelijk geen sprake meer van een familievennootschap en de beschermingsgedachte is achterhaald. Het statutaire doel van de stichting komt niet voor wijziging in aanmerking, waardoor aan het ontbindingsvereiste wordt voldaan.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14-12-2023