Aansprakelijkheid echtgenote van bestuurder wegens ongerechtvaardigde verrijking en bestuurdersaansprakelijkheid
Er is sprake van ongerechtvaardigde verrijking van de echtgenote van de bestuurder van een vennootschap, ten koste van deze vennootschap. De echtgenote is in dat verband aansprakelijk. Niet relevant is dat de echtgenote niet wist of behoefde te weten dat sprake was van ongeldige onttrekkingen van gelden aan het vermogen van de vennootschap door de bestuurder. De echtgenote is bovendien aansprakelijk als bestuurder van een andere vennootschap. Een deel van de ongeldige onttrekkingen verliep via die andere vennootschap waarvan de bestuurder en zijn echtgenote gezamenlijk bestuurder waren. Het handelen van deze tweede vennootschap is onrechtmatig jegens eerstgenoemde vennootschap en beide bestuurders zijn daarvoor eveneens aansprakelijk. Van belang is dat van een bestuurder van een vennootschap een zekere mate van betrokkenheid ten aanzien van de vermogenstoestand van de vennootschap verwacht mag worden, bij gebreke waarvan betreffende bestuurder daarvan een persoonlijk ernstig verwijt treft. Dat de echtgenote op de vermogenstoestand van hun gezamenlijke vennootschap geen zicht had in verband met de onderlinge taakverdeling, is daarom niet relevant voor haar aansprakelijkheid als bestuurder.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 13-02-2024