Failliete horecaonderneming
X brengt een horecaonderneming in in een vof met Y. De gezamenlijke exploitatie vangt aan begin 2011. De onderneming van X heeft reeds voor inbreng (2010) afnameovereenkomsten afgesloten met eiseres, op grond waarvan die laatste leningen verstrekt om de vof te financieren. De leningen zijn opeisbaar als de vof wordt gestaakt. De vof failleert; eiser spreekt X en Y aan. De rechtbank oordeelt echter dat Y als nieuwe vennoot in casu niet gehouden is tot terugbetaling. X betoogt dat de overeenkomsten een ruime strekking hebben, zodat de lening, en daarmee de afschrijvingstermijn dient te worden verlengd, nu zij een nieuwe horecaonderneming drijft. Het Haviltex-criterium toepassende op de overeenkomsten kan de rechtbank deze conclusie niet delen. Het cateringbedrijf van X valt bovendien niet als horecaonderneming aan te merken, zodat dit beroep faalt.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 09-04-2014