Circus Althoff
Faillissement circus. IPR. Vraag of sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid van bestuurder circus en/of de ‘lokale manager’ van het circus. En of ‘achterliggend bestuurder’ mogelijk onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeisers van het circus. In casu sprake van buitenlandse vennootschap, waardoor o.a. artikel 2:10 BW niet van toepassing is. Artikel 3:15i BW geldt echter wel voor buitenlandse rechtspersonen voor zover zij in Nederland een bedrijf uitoefenen. Dit artikel is dan ook van toepassing op het circus. Nu de terminologie van de verplichting van artikel 3:15i BW dezelfde is als die in artikel 2:10 BW en bezien in het licht van artikel 10:121 BW is de rechtbank van oordeel dat als vast zou komen te staan dat niet is voldaan aan de verplichting om een administratie te voeren als bedoeld in artikel 3:15i BW, daaraan de conclusie dient te worden verbonden dat evenmin aan de boekhoudverplichting uit artikel 2:10 BW is voldaan. De rechtbank oordeelt dat, omdat niet voldaan is aan artikel 3:15i BW de bestuurder en feitelijke beleidsbepaler hoofdelijk aansprakelijk zijn
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 19-12-2012