Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.686 resultaten

Rechtspraak

OR 2015-0332

Young Boys V.V.

Bestuurdersaansprakelijkheid. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid V.V. Young Boys (hierna: 'de vereniging') is een voetbalclub. De Belastingdienst heeft geconstateerd dat de vereniging een onvolledige administratie heeft gevoerd, dat inkomsten uit kantine-exploitatie, sponsorbijdragen en verkoop van entreekaarten niet of nauwelijks werden bijgehouden en dat de vereniging nooit aangifte omzet- en loonbelasting heeft gedaan. Daarop heeft de Belastingdienst naheffingsaanslagen opgelegd. Vanaf maart 2010 werden in de bestuurskamer van de vereniging (illegale) pokeravonden gehouden. Gedaagde 2 en 7 zijn vervolgd voor het organiseren van de pokeravonden en het witwassen van de pokeropbrengsten. In 2012 heeft het interim-bestuur het faillissement van de vereniging aangevraagd wegens financiële problemen van de vereniging. De curator vordert, kort samengevat, een verklaring voor recht dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor primair het faillissementstekort van de vereniging ex artikel 2:50a jo. 2:138 BW, en subsidiair voor de schade als gevolg van hun onrechtmatig handelen. De primaire vordering strandt, nu de curator onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van een aan de vennootschapsbelasting onderworpen vereniging. De subsidiaire vordering wordt toegewezen. Bij de beoordeling van de subsidiaire vordering overweegt de rechtbank dat geen, althans geen deugdelijke administratie of boekhouding is bijgehouden, dat er jarenlang geen belastingaangiften zijn gedaan, er geen ledenvergaderingen zijn gehouden en er een frauduleuze boekhouding werd gevoerd waarbij illegale pokeravonden in het clubhuis werden georganiseerd waarbij de daaruit voortvloeiende inkomsten op frauduleuze wijze in de boekhouding van de vereniging werden verwerkt en ingezet om schulden van de vereniging te betalen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een tekortkoming in de behoorlijke taakvervulling van de bestuurders in de zin van artikel 2:9 BW (oud).
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 02-09-2015

Rechtspraak

OR 2015-0311

Antaser/Tima

Bestuurdersaansprakelijkheid. In deze zaak gaat het om de vraag of het onrechtmatig is dat Beheer B.V. (handelend via haar bestuurder) als bestuurder van Tima B.V. ervoor heeft gezorgd dat Tima de management fee aan Beheer bleef betalen terwijl zij de facturen van (haar contractspartij) Antaser BVBA onbetaald heeft gelaten. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend: wanneer een vennootschap die behoort tot een groep van vennootschappen, zoals Tima, niet over voldoende middelen beschikt om haar schuldeisers te voldoen en ook geen concrete perspectieven heeft dat deze situatie binnen afzienbare tijd zal verbeteren, is het in beginsel onrechtmatig – want in strijd met hetgeen naar ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt – dat zij een tot haar groep behorende crediteur, in dit geval Beheer, voldoet met voorrang boven niet tot haar groep behorende crediteuren, in dit geval Antaser. Door te bewerkstelligen dat Tima aan haar moedervennootschap Beheer maandelijks een management fee betaalde, waartoe zij de ten behoeve van Antaser ontvangen en aan haar af te dragen gelden gaandeweg verbruikte, terwijl zij Antaser onbetaald liet, heeft Beheer onrechtmatig gehandeld. Deze handelwijze is zo onzorgvuldig dat Beheer daarvan persoonlijk een ernstig verwijt treft. Voor deze onrechtmatige daad van Beheer is de bestuurder van Beheer hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 2:11 BW.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 22-07-2015