VKB
Curator houdt de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wegens het aangaan van participaties, terwijl de bestuurder diende te weten dat de vennootschap deze niet na zou komen en geen verhaal zou bieden. De rechtbank stelt vast dat de bestuurder een ernstig verwijt valt te maken. De rechtbank overweegt echter dat er geen sprake is van schending van een zorgvuldigheidsnorm die alle schuldeisers van de vennootschap als zodanig in hun verhaalsbelangen beschermt, maar dat hier sprake is van een bepaalde groep schuldeisers. Deze schuldeisers hebben dus een eigen vorderingsrecht. De curator is niet bevoegd deze vordering in te stellen. De stelling dat de curator handelt op basis van een lastgevingsovereenkomst wordt afgewezen onder verwijzing naar HR 16 september 2005, NJ 2005/311, (De Bont/Bannenberg q.q.) en HR 14 januari 2011, NJ 2011/366, (Butterman q.q./Rabobank).
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 11-02-2015