Aansprakelijkheid statutair bestuurders en feitelijk bestuurder van stichting voor boedeltekort
De curator van een stichting stelt twee bestuurders en een feitelijk beleidsbepaler aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. De rechtbank overweegt dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 2:10 BW. Een boekhouding is niet bijgehouden en afspraken met de belangrijkste partner, een vennootschap waarvan de enig aandeelhouder en bestuurder het initiatief heeft genomen tot oprichting van de stichting en door de rechtbank is gekwalificeerd als feitelijk beleidsbepaler, zijn niet vastgelegd. Hierdoor bestond bij het bestuur onduidelijkheid over de rechten en verplichtingen van de stichting. Dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement, is niet weerlegd. De bestuurders van de stichting hebben zich te veel laten leiden door de belangen van de gelieerde vennootschap en te weinig oog gehad voor de risico’s waaraan de stichting werd blootgesteld. In de vrijwaringszaak stelt de rechtbank de draagplicht van de feitelijk beleidsbepaler vast op 50%, terwijl de draagplicht voor de bestuurders elk 25% bedraagt.
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 14-02-2024