Nieuw Effect B.V. en bestuurder/Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten

Een stichting die toeziet op de naleving van de cao voor uitzendkrachten vordert van de bestuurders van een ontbonden uitzendorganisatie betaling van schadevergoeding wegens het niet naleven van de cao. De vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid wordt door de rechtbank toegewezen. De bestuurders komen daartegen op in hoger beroep. Ook het hof oordeelt dat hen een persoonlijk ernstig verwijt valt te maken. Het hof ziet geen grond voor matiging van de toegewezen bedragen.

Bestuurder Darner B.V./Kopers

De bestuurder van een bedrijf dat boten verkoopt, wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld door twee kopers. De bestuurder wordt verweten namens zijn bedrijf zonder daartoe bevoegd te zijn geweest de boot van een ander aan hen te hebben verkocht. De bestuurder slaagt er niet in om aannemelijk te maken dat hij instemming van de eigenaar van de boot had om die te verkopen. Nu hij de boot verkocht heeft aan de kopers zonder daartoe bevoegdheid te zijn, kon hij de boot niet aan de kopers leveren. De koopsom voor de boot wordt ontvangen en besteed aan andere verplichtingen van de vennootschap. Nadat de vennootschap failliet is gegaan, spreken de kopers de bestuurder uit hoofde van onrechtmatige daad aan. De bestuurder heeft naar het oordeel van de rechtbank en het hof door zijn handelen verhaal op Darner denkbeeldig gemaakt. Hij heeft daardoor tegenover de kopers van de boot onrechtmatig gehandeld, zodanig dat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De vordering van de twee kopers wordt in eerste aanleg toegewezen en het vonnis van de rechtbank wordt in hoger beroep bekrachtigd.

Borsboom q.q./Bestuurders

De curator stelt de bestuurders en feitelijk beleidsbepaler van een failliete vennootschap aansprakelijk voor het faillissementstekort wegens schending van de boekhoud- en deponeringsplicht. De rechtbank wijst de vordering toe. De verwijten aan hun adres zijn van dien aard en ernst dat de rechtbank daarnaast, conform de vordering van de curator, een bestuursverbod voor de duur van vijf jaar oplegt.

Curator/Readen Investment Ltd. c.s.

De curator van een failliete onderneming vordert de hoofdelijke veroordeling van de bestuurders tot betaling van het gehele faillissementstekort. Hoewel een jaarrekening te laat is gedeponeerd, weten de bestuurders zowel in eerste aanleg als in hoger beroep het causaliteitsvermoeden te ontzenuwen. De oorzaak van het faillissement is een gebrek aan liquiditeit als gevolg van een vertrouwensbreuk met de financier die is ontstaan toen bleek dat eerdere bestuurders van de onderneming frauduleus handelden. De verkoop door de huidige bestuurders van een tweetal netwerken onder de marktwaarde heeft niet geleid tot het faillissement van de onderneming. De transactie benadeelt echter wel de schuldeisers en is volgens het hof, en anders dan de rechtbank oordeelde, paulianeus. De bestuurders zijn voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk.

Bestuurdersaansprakelijkheid omtrent gestolen goud

Een vennootschap verhuurde kluisruimte. Uit een kluis is goud gestolen ter waarde van tientallen miljoenen euro’s. Als gevolg daarvan hebben klanten hun spullen uit de kluizen gehaald en door hen betaalde borgsommen teruggevraagd, waarop het faillissement van de vennootschap is gevolgd. De curator van de failliete vennootschap stelt de bestuurders aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW dan wel artikel 2:9 BW. De curator verwijt de bestuurders in de eerste plaats dat ze het goud van de klant van wie het gestolen goud was naar een minder goed beveiligde en minder goed verzekerde kluis hebben verplaatst. Dit is volgens de rechtbank niet onbehoorlijk, omdat dit op verzoek van de klant was en de klant voldoende was gewaarschuwd voor de risico’s. Ten tweede zouden de meest elementaire vormen van beveiliging en protocollen niet zijn nageleefd. De rechtbank oordeelt dat, als dit al onbehoorlijk bestuur zou opleveren, onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het faillissement hierdoor is veroorzaakt. Tot slot verwijt de curator de bestuurders dat zij aanbevelingen van de verzekeraar om de beveiliging te verbeteren niet hebben opgevolgd. De rechtbank overweegt echter dat uit de rapporten van de verzekeraar volgt dat de beveiliging goed was. De aanbevelingen zijn gedaan om de beveiliging nog beter te maken. Het niet opvolgen van de aanbevelingen levert daarom geen onbehoorlijke taakvervulling op. Verder blijkt ook op dit punt niet van causaal verband met het faillissement. De rechtbank wijst de vorderingen van de rechtbank af.

Indirect bestuurder van PETC+ B.V./Werknemers

Werknemers stellen de indirect bestuurder van een failliete vennootschap persoonlijk aansprakelijk voor hun schade vanwege het niet tot stand brengen door de vennootschap van een pensioenregeling en het niet afdragen van pensioenpremies. Evenals eerder de rechtbank houdt het hof de indirect bestuurder persoonlijk aansprakelijk.

Aansprakelijkheid feitelijk beleidsbepaler Qlog B.V.

In deze zaak staat de vraag centraal of de indirect aandeelhouder en bestuurder (DGA) van een concern met een meerderheidsbelang in een startup aansprakelijk is voor de schade die een minderheidsaandeelhouder heeft geleden wegens het uitblijven van betaling op een aan de startup verschafte lening en in dat kader gestelde borgtocht. De rechtbank oordeelt dat de indirecte DGA een persoonlijk ernstig verwijt treft, nu deze als feitelijk beleidsbepaler frustratie van betalingen en verhaal heeft bewerkstelligd door een riskante vennootschapsstructuur op te zetten waarin de startup geheel afhankelijk werd van het concern en waarin de borg geen ander vermogen had dan het belang in de startup.

Bestuurders van Mega Parket/Werknemer

Een voormalig werknemer vordert schadevergoeding van de bestuurders van de failliete werkgever vanwege achterstallig loon. De kantonrechter wees deze vordering toe. In hoger beroep wordt vastgesteld dat de werkgever door het gedrag van de werknemer schade heeft geleden van meer dan de totaalsom van de in eerste aanleg aan werknemer toegewezen aanspraken. Het niet uitbetalen van het loon is daarom gerechtvaardigd en de vordering wordt alsnog afgewezen.

Reerink q.q./Bestuurders

De curator van enkele failliete bv’s stelt niet verschenen bestuurders en een verweer voerende betrokkene als bestuurder en/of feitelijk beleidsbepaler aansprakelijk voor de boedeltekorten vanwege onder andere schending van de administratieplicht. De bestuurders worden bij verstek veroordeeld. Betrokkene daarentegen is niet aansprakelijk, omdat de curator onvoldoende heeft onderbouwd dat zij bestuurder of feitelijk beleidsbepaler is.

Voormalig werknemer/Bestuurders van World Energy Service B.V.

Een voormalig werknemer stelt de bestuurders van een failliete bv aansprakelijk ex artikel 2:248 BW en artikel 6:162 BW. Evenals de kantonrechter wijst het hof de vorderingen af. Artikel 2:248 BW kan niet worden gebruikt als grondslag voor bestuurdersaansprakelijkheid jegens een individuele schuldeiser. Voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad is onvoldoende gesteld. Het verrichten van criminele activiteiten door de vennootschap (wat overigens is betwist) leidt in ieder geval niet zonder meer tot bestuurdersaansprakelijkheid.