Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.693 resultaten

Rechtspraak

OR 2025-0044

Persoonlijke aansprakelijkheid feitelijk bestuurder met toepassing van Ontvanger/Roelofsen-maatstaf

De feitelijk bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler van een vastgoedonderneming laat de facturen van een door de vastgoedonderneming ingeschakelde advocaat onbetaald. Het advocatenkantoor dagvaardt zowel de vastgoedonderneming als de feitelijk bestuurder en vordert betaling van een bedrag ter hoogte van de openstaande facturen voor de door de advocaat verrichte werkzaamheden. In eerste aanleg wordt alleen de vastgoedonderneming veroordeeld tot betaling. Het hof oordeelt in hoger beroep dat ook de feitelijk bestuurder op grond van onrechtmatig handelen aansprakelijk is voor de hoogte van de openstaande facturen. Het hof past de maatstaf uit het arrest Ontvanger/Roelofsen toe en komt, anders dan de rechtbank, tot het oordeel dat de feitelijk bestuurder een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt dat de vastgoedonderneming de overeenkomst van opdracht met de advocaat niet is nagekomen. Redengevend daartoe is onder meer het feit dat de feitelijk bestuurder bij herhaling namens de vastgoedonderneming heeft toegezegd tot betaling te zullen overgaan. Naar het oordeel van het hof heeft de feitelijk bestuurder c.q. feitelijk beleidsbepaler zodoende bewust een toestand bewerkstelligd waarin de opeisbare schuld aan het advocatenkantoor onvoldaan bleef. Daarmee was er sprake van als onrechtmatig aan te merken betalingsonwil zijdens de feitelijk bestuurder.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 19-11-2024

Rechtspraak

OR 2025-0026

Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW; matiging vanwege de wijze waarop het faillissement is afgewikkeld

Van een failliete vennootschap worden de rechtspersoon-bestuurder, de indirect bestuurder en de feitelijk bestuurder door de curator aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2:248 BW. De bewijsvermoedens van lid 2 zijn van toepassing, omdat de boekhoudplicht en de publicatieplicht zijn geschonden. De bestuurders kunnen het bewijsvermoeden dat het faillissement is veroorzaakt door kennelijk onbehoorlijk bestuur niet weerleggen. Wel matigt het hof het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn op grond van lid 4, vanwege de wijze waarop het faillissement is afgewikkeld. De schuldenlast van de vennootschap bedraagt ongeveer € 13.000, terwijl de faillissementskosten mede door de gevoerde procedure in eerste aanleg al waren opgelopen tot ruim € 48.000. Het hof overweegt dat het disproportioneel en onredelijk is om de bestuurders te veroordelen tot betaling van het boedeltekort, dat ruim zes keer zo hoog is als de schuldenlast. Het hof matigt het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn daarom tot € 30.000. De curator heeft ook paulianavorderingen ingesteld in verband met betalingen aan de rechtspersoon-bestuurder. Deze vorderingen worden deels toegewezen. Deels zagen de betalingen op managementfee. De rechtspersoon-bestuurder heeft een kopie van de managementovereenkomst overgelegd, maar dient op verzoek van de curator de originele getekende versie ter griffie van het hof te deponeren. In afwachting daarvan wordt de zaak aangehouden.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14-01-2025