Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

1.729 resultaten

Rechtspraak

OR 2025-0238

Herdijk - Arrest na prejudiciële beslissing HvJ EU: meldplicht artikel 36 IW 1990 niet strijdig met evenredigheidsbeginsel

Een bestuurder is door de Ontvanger aansprakelijk gesteld voor naheffingsaanslagen loonbelasting en btw op grond van artikel 36 lid 4 Invorderingswet 1990 (IW 1990), omdat geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht is gedaan. Het hof oordeelt dat de bestuurder in zijn hoedanigheid van oud-bestuurder voor wat betreft het laatste tijdvak erin slaagt te bewijzen dat het niet-betalen van de belastingen niet aan zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur is te wijten. Voor alle eerdere tijdvakken wordt de bestuurder aangemerkt als ‘huidig bestuurder’, zodat de bestuurder voor die tijdvakken niet wordt toegelaten tot het leveren van tegenbewijs en de aansprakelijkheid in zoverre in stand blijft. In cassatie stelt de Hoge Raad vervolgens prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) of de moeilijke bewijspositie van de bestuurder ten aanzien van de bestuurdersaansprakelijkheid voor btw-schulden in strijd is met het EU-evenredigheidsbeginsel. Een bestuurder kan namelijk alleen in geval van overmacht of als hij te goeder trouw is afgegaan op het advies van een derde, die hij voor voldoende deskundig mocht houden, aannemelijk maken dat het niet aan hem is te wijten dat een lichaam niet aan zijn meldingsplicht heeft voldaan. Het HvJ EU antwoordt dat de regeling zich niet verzet tegen het Unierecht en dat hiervoor niet van belang is dat diezelfde bestuurder voor een daaropvolgend tijdvak kon bewijzen dat hij te goeder trouw heeft gehandeld. In lijn daarmee, en met de conclusie van de A-G, verklaart de Hoge Raad in het onderhavige arrest het cassatieberoep ongegrond. In de samenvatting wordt ook aandacht besteed aan de conclusie van de A-G die enkele aanbevelingen doet aan de Hoge Raad. De Hoge Raad volgt de A-G daarin echter niet.
Hoge Raad, 11-07-2025