Groen Invest Nederland
De beleggingsmaatschappij in hardhoutparticipaties GIN failleert. Over 2006 tot en met 2008 is niet voldaan aan de publicatieplicht ex artikel 2:394 BW. X heeft echter succesvol het vermoeden ontzenuwd dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Al vanaf 1997 werden participaties aangeboden; pas vanaf 2006 werd door de AFM een vergunning vereist. Dit is een belangrijke, als zodanig van buiten komende omstandigheid die losstaat van het functioneren van X. X kan zich op weigering van de vergunning beroepen, nu hem niet kan worden verweten dat hij die oorzaak niet heeft voorkomen. Pogingen een vergunning te verkrijgen of vergunningsplicht te vermijden werden geweigerd. De AFM stond klaarblijkelijk maar één doel voor ogen, namelijk het per direct afwikkelen van de participaties. Dat X geen deskundigheid bezat voor het leiden van een financiële organisatie en geen bosbouwdeskundige was, betreft geen specifiek bestuurshandelen in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement. Dat X een ‘carrousel’ heeft opgezet, blijkt niet. Van handelen in strijd met artikel 2:207c BW is geen sprake. Gezien deze en andere omstandigheden slaagt het beroep van de curator op artikel 2:9 BW evenmin.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 15-04-2014