Van Schilt/Jansen q.q.
Eindarrest inzake bestuurdersaansprakelijkheid na verwijzing Hoge Raad (cassatie: ECLI:NL:HR:2006:AY7916, conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2006:AY7916). In casu gaat het over een geschil tussen de curator van een gefailleerde vennootschap – een middelgrote rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:397 BW – en haar voormalig (feitelijk) bestuurder over zijn aansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW voor onbehoorlijke taakvervulling wegens schending van haar publicatieverplichting ingevolge artikel 2:394 in verbinding met artikel 2:392 BW. Kan niet-openbaarmaking van de accountantsverklaring of de mededeling waarom deze ontbreekt gelden als een onbelangrijk verzuim als bedoeld in artikel 2:248 lid 2 BW slotzin? Het hof is van oordeel dat er in een dergelijk geval geen sprake kan zijn van een onbelangrijk verzuim. Het hof ziet aanleiding bij de veroordeling te bepalen dat appellant aansprakelijk is voor een vijfde gedeelte van het tekort in het faillissement, welk tekort dient te worden opgemaakt bij staat op de voet van artikel 248 lid 5 BW
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 16-11-2004