Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

300 resultaten

Rechtspraak

OR 2022-0251

Nederlands Opleidingsbureau B.V. c.s./Holding Intermeat B.V. c.s.

Post M&A-geschil. In deze procedure staat de vraag centraal of de verkoper van aandelen in het kapitaal van een vennootschap enkele garanties uit de koopovereenkomst heeft geschonden door de wetenschap die hij had over de ontwikkelingen bij twee belangrijke klanten van de doelvennootschap en de daarmee samenhangende verwachte terugloop van de afname van diensten niet met de koper te delen. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat de koper deels slaagde in zijn bewijslast van schending van garanties, en veroordeelde de verkoper tot schadevergoeding ex artikel 6:74 BW. De rechtbank oordeelde dat de bestuurdersaansprakelijkheidsvordering jegens de bestuurders van de verkoper onvoldoende onderbouwd was. De koper wordt in reconventie door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een management fee. De koper gaat in hoger beroep. Het hof wijst de vordering uit hoofde van schending van de garanties af nu het, gelet op de getuigenverklaringen en bij gebreke van ander meer objectief steunbewijs, niet met een voldoende mate van zekerheid de juistheid vast kan stellen van de stellingen van de koper. Nu de vordering die is gebaseerd op de schending van garanties afgewezen is, kan de in dat verband ingestelde vordering van de koper jegens de bestuurders van de verkoper (uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid) niet slagen. Het hof overweegt in reconventie wel – net als de rechtbank - dat de koper nog (een deel van) de management fee en – anders dan de rechtbank - de earn-out aan de verkoper moet voldoen. De exhibitievordering die door de verkoper ingesteld is vanwege de earn-out vordering wordt door het hof afgewezen wegens gebrek aan een rechtmatig belang. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de koper af.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 06-09-2022

Rechtspraak

OR 2022-0208

Bestuurder Hotel B.V./Accountantskantoor

Een bestuurder van een bv heeft op 24 november 2017 een accountantskantoor opdracht gegeven de jaarrekening over 2016 op te stellen en te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Uiteindelijk is de jaarrekening op 19 januari 2018 gedeponeerd, dus na afloop van de daarvoor geldende termijn van twaalf maanden. De bv gaat failliet, waarop de curator de bestuurder aansprakelijk stelt voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. Omdat de jaarrekening te laat is gedeponeerd, staat op basis van lid 2 kennelijk onbehoorlijk bestuur vast en wordt aangenomen dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder heeft de kwestie geschikt met de curator en € 30.000 betaald aan de boedel. In de onderhavige procedure spreekt het accountantskantoor de bestuurder aan tot betaling van facturen, waarbij de bestuurder aanvoert een schadevergoedingsvordering op het accountantskantoor te hebben waarmee de vordering van het accountantskantoor kan worden verrekend. Het accountantskantoor verweert zich met de stelling dat de jaarrekening op 8 november 2017 gepubliceerd had moeten worden omdat de enige aandeelhouder ook bestuurder is. De publicatietermijn was daarom al verstreken op het moment dat de opdracht werd gegeven de jaarrekening op te stellen en te deponeren. Het hof gaat hier niet in mee en houdt het accountantskantoor aansprakelijk voor het te laat deponeren van de jaarrekening.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 13-09-2022