Avinco Group Holdings N.V./Eolia Limited
Hoger beroep in kort geding waarin wordt gepoogd een aandeelhouder (althans de beheerder van zijn aandelen) te dwingen om in te stemmen met een management buy-out. Het hof stelt voorop dat een aandeelhouder in beginsel vrij is om bij de uitoefening van zijn stemrecht vrij zijn eigen belang te dienen. Deze vrijheid wordt beperkt door het leerstuk van misbruik van recht en de redelijkheid en billijkheid die artikel 2:8 BW voorschrijft. Van een uitzondering op de vrijheid bij het uitoefenen van het stemrecht zal slechts onder zeer bijzondere omstandigheden sprake zijn. In dit geval oordeelt het hof dat zich dergelijke omstandigheden voordoen, waardoor de aandeelhouder was gehouden in te stemmen met de MBO. Het hof benadrukt dat artikel 2:8 BW een voldoende wettelijke basis biedt voor een inbreuk op artikel 1 EP, daar de inbreuk het algemeen belang dient (te weten het belang van de vennootschap, het belang van het behoud van de onderneming en het belang van behoud van werkgelegenheid) en is voldaan aan de eisen van proportionaliteit.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 12-05-2020