Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

824 resultaten

Met annotatie door D.M.H. de Leeuw (annotatie 1) en M.J.R. Brons (annotatie 2)

Rechtspraak

OR 2015-0363

Stichting X Noord-Holland/X en Y

Geïntimeerden hebben in eerste aanleg primair de hoofdelijke veroordeling van de appellante en A tot betaling van € 25.000 gevorderd, wegens onttrekkingen aan de beheerrekening van X. De kantonrechter heeft hun vordering toegewezen. Appellante heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Appellante betoogt onder meer dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat appellante te verwijten valt dat X jegens geïntimeerden toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen omdat zij door het bewerkstellingen, althans niet voorkomen van deze wanprestatie haar taak als enig bestuurder van X zodanig onzorgvuldig heeft behartigd ten opzichte van geïntimeerden dat haar een ernstig verwijt te maken valt. Het hof neemt als uitgangspunt dat in het geval dat van een klant wordt verlangd dat deze zijn bankpas en pincode aan een derde verstrekt, de zorgvuldigheid jegens deze klant vereist dat daarmee behoedzaam wordt omgegaan en dat een deugdelijk controlesysteem op het gebruik van de pas en de pincode wordt toegepast. Het hof oordeelt dat nu appellante heeft ingestemd met de overdracht van het dossier aan A en heeft toegelaten dat A dit dossier vervolgens eigenmachtig ging beheren zonder enige controle op de door hem gedane betalingen, deze handelwijze ten opzichte van geïntimeerden zodanig onzorgvuldig is dat appellante daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt en zij aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die geïntimeerden ten gevolge daarvan hebben geleden. Aan deze (bestuurders)aansprakelijkheid doet niet af dat niet is komen vast te staan dat appellante – in tegenstelling tot A – enig persoonlijk voordeel heeft gehad, noch dat zij niet actief bij het inkomensbeheer van geïntimeerden was betrokken.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 06-10-2015

Rechtspraak

OR 2015-0316

Proximedia Nederland B.V./X

Proximedia en appellant, die daarbij optrad ten behoeve van de onderneming OASE, zijn een overeenkomst aangegaan. Proximedia heeft, nadat appellant een aantal facturen onbetaald heeft gelaten, de overeenkomst ontbonden en aanspraak gemaakt op betaling van een verbrekingsvergoeding. In rechte vordert Proximedia betaling van de verbrekingsvergoeding en de onbetaald gebleven facturen. De vordering van Proximedia wordt door de kantonrechter toegewezen. Appellant komt met zijn grief in hoger beroep op tegen de overweging van de kantonrechter dat appellant bij de totstandkoming van de overeenkomst zich als (mede)eigenaar van OASE heeft uitgegeven. Het hof oordeelt dat beslissend is hetgeen de betrokkenen bij het aangaan van de overeenkomst jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en redelijkerwijs mochten afleiden. Gelet op de omstandigheden dat in de overeenkomst staat vermeld dat OASE de contractpartij van Proximedia is, deze als een eenmanszaak is aangeduid en appellant de overeenkomst heeft ondertekend in zijn hoedanigheid van 'eigenaar', moet worden aangenomen dat Proximedia met appellant een overeenkomst heeft gesloten, handelende onder de naam OASE. Dat Proximedia de juistheid van de gegevens bij de KvK had kunnen controleren, brengt nog niet mee dat zij daartoe jegens appellant was gehouden en bij het aangaan van de overeenkomst niet op de juistheid van de gegevens zoals die in de overeenkomst zijn opgetekend mocht afgaan, zonder eerst het handelsregister van de KvK te raadplegen.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 12-05-2015