Schorsing levenspartner Roger Lips
In deze zaak hebben de curatoren in het faillissement van Roger Lips de rechtbank (op grond van art. 2:298 en art. 2:299 BW) verzocht om de levenspartner van Roger Lips ('appellante') te ontslaan als bestuurder van de STAK ('Y'), die aan het hoofd van het concern staat. Appellante komt onder meer op tegen het oordeel dat de curatoren in het faillissement van Lips worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 2:298 lid 1 BW. Het hof overweegt dat de curatoren zijn belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel van Lips. Tot het vermogen van Lips behoorde door Y uitgegeven certificaten van aandelen in tot het concern behorende vennootschappen en aandelen in diverse sub-holdings. Lips was bestuurder van Y, zodat Y een belangrijk scharnier tussen het inkomen en het vermogen van Lips enerzijds en het gehele concern anderzijds vormde. Gelet op deze verwevenheid van (het vermogen van) Lips en het concern, hebben de curatoren er belang bij dat de top-holding van het concern, Y, op behoorlijke wijze wordt bestuurd, aldus het hof. Volgens het hof maakt de omstandigheid dat Lips ten tijde van het verzoek (tot schorsing van appellante als bestuurder Y) geen certificaathouder of aandeelhouder van de tot het concern behorende entiteiten meer was, nog niet dat curatoren niet als belanghebbenden kunnen worden beschouwd.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 21-07-2015