Hof vernietigt vonnis waarbij een civielrechtelijk bestuursverbod is opgelegd
De rechtbank heeft een DGA een bestuursverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar, maar het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat het bestuursverbod kon worden opgelegd op grond van artikel 106a lid 1 sub c Fw, omdat de DGA geen volledige administratie had overgelegd. Het hof oordeelt dat dit in deze casus geen grond is voor oplegging van het bestuursverbod, omdat geen volledige administratie is gevoerd. De administratie die aanwezig was, is overgelegd aan de curator, en dat sprake is van een onvolledige administratie betekent niet dat de informatie- of medewerkingsplicht is geschonden. De curator heeft verder artikel 106a lid 1 sub d Fw als grondslag voor het opleggen van een bestuursverbod aangevoerd, omdat de bestuurder ten minste tweemaal eerder betrokken zou zijn geweest bij een faillissement waarvan hem een persoonlijk verwijt treft. Het hof overweegt dat de curator faillissementen aanvoert die zijn uitgesproken voordat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod in werking trad. Op grond van overgangsrecht kunnen deze faillissementen geen grond vormen voor het opleggen van een bestuursverbod.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 25-05-2021