X/LSI
Eiseres in incident meent dat onderhavige zaak, die betrekking heeft op de overeengekomen ontslagvergoeding van een ontslagen statutair bestuurder, verwezen dient te worden naar de kamer voor kantonzaken, omdat artikel 2:241 BW niet van toepassing is en omdat het ‘Zaaksverdelingsreglement’ dit zo bepaalt. De rechtbank wijst de incidentele vordering af, verwijzend naar HR 17 november 1995 (Atlantic Nominees/Van den Elshout), NJ 1996/142. Uitleg van artikel 2:241 BW brengt aldus de rechtbank mee dat zij ook na vennootschapsrechtelijk ontslag bevoegd blijft om van vorderingen op basis van de arbeidsovereenkomst tussen de vennootschap en de bestuurder kennis te nemen. Of een bepaling uit boek 2 BW bepalend is voor de toewijsbaarheid van de vordering, is volgens de rechtbank niet van belang. Het reglement doet niet af aan hetgeen uit de wet voortvloeit, dit beoogt slechts vast te leggen op welke rechtspraaklocatie de rechtzoekende voor welke zaak terecht kan.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 04-02-2015