Geschil tussen vennoten vof omtrent gerechtigdheid bestuur manege
In deze procedure is sprake van een familieruzie tussen vader en zoon, die samen een manege exploiteren in vof-verband. De vader zegt de vof per brief op aan de zoon, en zegt dat hij de onderneming als eenmanszaak zal doorzetten. De zoon stuurt vervolgens een brief met gelijke strekking aan de vader. In dit kort geding vordert de vader onder meer dat de voorzieningenrechter verklaart dat hij gerechtigd is om de vof (voorlopig) voort te zetten en te besturen met uitsluiting van de zoon. De voorzieningenrechter overweegt dat niet is gebleken van enig spoedeisend belang, zodat de verzochte voorzieningen reeds op deze grond voor afwijzing in aanmerking komen. Zou wel zijn gebleken van een spoedeisend belang, zo overweegt de voorzieningenrechter, dan komen de verzochte voorzieningen ook niet voor toewijzing in aanmerking, omdat een opzegging in beginsel alleen de vennoot die opzegt bindt en geen werking heeft jegens de andere vennoot, met de bedoeling om die andere vennoot buiten de (onderneming van de) vennootschap te zetten.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Lelystad), 24-07-2020