Avantes
Bestuurder wordt door de AV ontslagen en betwist daarna zowel zijn benoemings- als ontslagbesluit. Beide vorderingen worden afgewezen. Het benoemingsbesluit is geldig tot stand gekomen, omdat de wet noch de statuten vormvereisten kennen waaraan een dergelijk besluit moet voldoen. Uit het benoemingsbesluit blijkt dat weliswaar een foute aanhef voor het document is gebruikt, waardoor het op het eerste gezicht lijkt alsof het slechts een benoeming bij de holdingmaatschappij betreft en niet tevens bij de werkmaatschappij, maar dit is te wijten aan het gebruik van een standaardmodel. Uit de overige bewijsvoering blijkt dat wel degelijk een benoeming bij beide bv’s is beoogd, en blijkt tevens dat eiser deze benoemingen nadrukkelijk heeft aanvaard. Wat betreft het ontslagbesluit oordeelt de rechtbank dat bij toetsing van de geldigheid van het vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit er geen ruimte is voor toetsing van de redelijkheid van de arbeidsrechtelijke ontslaggrond. Deze laatste toetsing kan zich vertalen in een billijke vergoeding, maar leidt niet tot vernietiging van het ontslagbesluit.
Rechtbank Gelderland, 19-05-2020