Bestuurdersaansprakelijkheid wegens schending boekhoudplicht onvoldoende aannemelijk gemaakt
Eiser, de curator van een gefailleerde vennootschap, vordert voor recht te verklaren dat gedaagde, haar gewezen middellijk bestuurder, aansprakelijk is voor het boedeltekort wegens schending van de boekhoudplicht (het ontbreken van voorraadadministratie) en van de publicatieplicht (waardering van de activa tegen going-concern waarde), alsmede wegens onrechtmatige daad (het nalaten om verliezen te beperken). De rechtbank wijst de vorderingen af. Volgens de rechtbank heeft de curator niet gesteld dat de kwartaaloverzichten boekhoudkundig onjuist waren en de voorraden in werkelijkheid aanmerkelijk meer of minder waard waren, bestond er geen aanleiding om uit te gaan van de vereffeningswaarde en heeft de gewezen bestuurder wel degelijk maatregelen getroffen om de voortdurende verliezen te beperken.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 20-07-2016