OR/Smurfit Kappa-concern
Eisers, de ondernemingsraden ('OR') van gedaagden, vennootschappen die voorheen tot het Smurfit Kappa-concern behoorden, vorderen in het onderhavige kort geding dat gedaagden veroordeeld worden tot het instellen van een raad van commissarissen conform artikel 2:268 jo. artikel 2:269 BW. De OR stelt zich op het standpunt dat na de overname van een divisie van het concern door een Duitse investeringsmaatschappij (‘verticale splitsing’) de nieuwe aandeelhouder (Aurelius AG) gehouden is tot het instellen van een RvC waarin één werknemerscommissaris plaats heeft, onder meer omdat sprake zou zijn van een (ondernemings)overeenkomst (in de zin van art. 32 lid 2 WOR). De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Van een dergelijke (ondernemings)overeenkomst is geen sprake, terwijl uit het systeem van de wet (art. 2:263/264 BW) niet volgt dat het concern verplicht is om te handelen overeenkomstig het structuurregime; daaruit blijkt immers dat het structuurregime pas toepasselijk wordt na drie jaar onafgebroken inschrijving van een opgave, aldus de voorzieningenrechter (mr. W.J.A.M. Dijkers).
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 25-05-2016