Naar boven ↑

F. Ortiz Aldana

Rechtspraak

OR 2015-0348

Dekker q.q./Geïntimeerde

Het hof overweegt ten aanzien van de vraag of geïntimeerde, vanwege te late publicatie van de jaarrekening en vanwege een aantal materiële verwijten, op de voet van artikel 2:248 BW aansprakelijk kan worden gehouden voor het faillissementstekort van W en D als volgt. Nu het bestuur van W en D, waarvan destijds alleen geïntimeerde deel uitmaakte, niet heeft voldaan aan zijn verplichting om de jaarrekening tijdig te publiceren en er geen sprake is van een onbelangrijk verzuim, staat op grond van artikel 2:248 lid 2 BW vast dat het bestuur zijn taak ook voor het overige onbehoorlijk heeft vervuld en wordt vermoed dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement van W en D. Geïntimeerde ontzenuwt dit vermoeden door aannemelijk te maken dat een verkeersongeval een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Het ligt aldus op de weg van de curator om op de voet van artikel 2:248 lid 1 BW aannemelijk te maken dat de kennelijke onbehoorlijke taakvervulling mede een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. Het hof is van oordeel dat onder deze omstandigheden geen redelijk denkend bestuurder zo lang zou hebben voortgezet als geïntimeerde heeft gedaan, waarbij de schulden flink opliepen. De curator heeft aannemelijk gemaakt dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling mede een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 29-09-2015