Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2013
Uitspraken van 19-12-2012 tot 08-01-2013
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. drs. K.H. Boonzaaijer en mr. E.H. Leemreis.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op onderstaande uitspraken.

Wanbeleid
In 2013-0013 komt de beschikking van de Hoge Raad betreffende de enquête naar het beleid bij Königsberg BV aan de orde. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat sprake is van wanbeleid. In cassatie wordt tegen die beschikking opgekomen met een flinke reeks motiveringsklachten. De Hoge Raad verwerpt, conform de conclusie van de A-G, het cassatieberoep echter op grond van art. 81 RO.

Bestuurdersaansprakelijkheid
Ook werden er weer verschillende bestuurders persoonlijk aansprakelijk gesteld, zie OR 2013-0002, OR 2013-0003, OR 2013-0006, OR 2013-0013 en OR 2013-0012. Ik zou graag de aandacht willen vestigen op de onderstaande.
In OR 2013-0011 ging het om het faillissement van een circus, waarbij de bestuurder en de lokale manager beiden persoonlijk aansprakelijk werden gehouden. In casu was er sprake van een buitenlandse vennootschap, waardoor o.a. art. 2:10 BW niet van toepassing is. Art. 3:15i BW geldt echter wel voor buitenlandse rechtspersonen voor zover zij in Nederland een bedrijf uitoefenen en dit artikel werd dan ook van toepassing verklaard op het circus. De rechtbank Dordrecht oordeelde vervolgens dat, nu de terminologie van de verplichting van art. 3:15i BW dezelfde is als die in art. 2:10 BW, de rechtbank (bezien in het licht van art. 10:121 BW) van oordeel is dat als vast zou komen te staan dat niet is voldaan aan de verplichting om een administratie te voeren als bedoeld in art. 3:15i BW, daaraan de conclusie dient te worden verbonden dat evenmin aan de boekhoudverplichting uit art. 2:10 BW is voldaan. De rechtbank oordeelt dat niet voldaan is aan art. 3:15i BW en de bestuurder en feitelijke beleidsbepaler derhalve hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Stilhouden liquiditeitssteun
In OR 2013-0008 hield een belegger een bank aansprakelijk omdat de belegger aandelen had gekocht die na het faillissement van de bank niets meer waard waren. De bank had echter haar verplichting uit het Fondsenreglement c.q. Algemeen Reglement Euronext Amsterdam Stock Market geschonden, door geen toestemming te vragen aan Euronext om de aan de bank verleende liquiditeitssteun van DNB en de aanvraag tot toepassing van de noodregeling, niet openbaar te maken. Het hof Amsterdam oordeelt echter dat de bank niet schadeplichtig is, onder meer omdat er rechtsgeldig een ontheffingsbesluit was genomen om een bankrun te voorkomen.

Advocaat moet cliënt in beginsel weerhouden van persoonlijke garantstelling
Ten slotte en wellicht ten overvloede OR 2013-0001. In casu speelde de vraag of een advocaat een bestuurder van een vennootschap moet weerhouden zich persoonlijk garant te stellen voor de juridische kosten die de vennootschap maakt. De rechtbank Amsterdam oordeelde van wel omdat de advocaat wist (of behoorde te weten) dat de persoonlijke garantstelling i.c. strijdig was met de gedragsregels. De rechtbank oordeelde vervolgens dat voor bevorderen in de zin van art 3:44, vierde lid, BW voldoende is dat de advocaat de persoonlijke garantstelling heeft geaccepteerd. Niet is vereist dat het initiatief daartoe van hem is uitgegaan.

Commentaar: De prospectusplicht bij executoriale verkoop van aandelen
Ten slotte zou ik u graag nog willen wijzen op het commentaar van Simone de Visser-Wiggers en haar kantoorgenoot Pieter de Visser. In dit commentaar gaan zij in op de prospectusplicht bij executoriale verkoop van (certificaten van) aandelen en in het bijzonder op de mogelijkheden om alsnog onder executoriale verkoop uit te kunnen komen.
Klik hier om het commentaar te lezen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank