Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die de afgelopen twee weken op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Ik licht de volgende uitspraken hier voor u uit:
Hiltermann Lease B.V./enig aandeelhouder van een vennootschap
In OR 2022-0006 veroordeelt de kantonrechter de (voormalig) enig aandeelhouder van een vennootschap tot vergoeding van de schade van een schuldeiser van de vennootschap, omdat de aandeelhouder bij de overdracht van zijn aandelen in het kapitaal van de vennootschap zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat dit als onrechtmatig jegens de schuldeiser van de vennootschap moet worden aangemerkt. De aandeelhouder heeft zijn aandelen overgedragen aan een buitenlandse vennootschap voor één euro, terwijl hij geen onderzoek heeft gedaan naar de motieven van de koper en hij middels een eenvoudige zoekopdracht op het internet te weten had kunnen komen dat de koper betrokken was bij verschillende faillissementen. Kort na de aandelenoverdracht is de vennootschap ontbonden middels turboliquidatie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de aandeelhouder willens en wetens het risico genomen dat de vennootschap na de aandelenoverdracht haar verplichtingen jegens haar schuldeisers niet meer kon nakomen en heeft hij zich bij de aandelenoverdracht de belangen van de eisende schuldeiser van de vennootschap onvoldoende aangetrokken. De aandeelhouder heeft daarmee onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeiser van de vennootschap, en is aansprakelijk voor de schade van de schuldeiser.
Verhuurder bedrijfspand/Oud-bestuurder vennootschap
In OR 2022-0001 wordt een bestuurder van een vennootschap door een schuldeiser van de vennootschap aansprakelijk gehouden voor de niet-nakoming van een huurovereenkomst die de bestuurder namens de vennootschap sloot, terwijl de vennootschap geen activiteiten meer had, de bestuurder (en tevens enig aandeelhouder) bezig was zijn aandelen en bestuursfunctie over te dragen en de bestuurder geld van de bankrekening van de vennootschap overboekte naar zijn eigen rekening. In tegenstelling tot de rechtbank wijst het hof de vordering toe, omdat de bestuurder wist of behoorde te weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet na zou kunnen komen en aan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Er geldt naar het oordeel van het hof geen andere lichtere maatstaf voor het beoordelen van het handelen van de bestuurder als hij in een andere hoedanigheid dan die van bestuurder handelde, bijvoorbeeld als enig aandeelhouder of feitelijk bestuurder.
Bestuurder El-Ino-Venture Management/Vriezekolk q.q.
In OR 2022-0002 is de bestuurder van een failliete bv door het hof Arnhem-Leeuwarden aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:248 BW. In de schadestaatprocedure vordert de curator betaling van het boedeltekort van ongeveer € 70.000. De rechtbank wijst (in verzet) het beroep van de bestuurder op matiging toe en matigt het bedrag waarvoor de bestuurder aansprakelijk is tot € 25.000. De rechtbank geeft hiervoor een aantal redenen. In de eerste plaats is aansprakelijkheid aangenomen omdat de boekhoudplicht is geschonden, terwijl nergens uit blijkt dat schuldeisers ten onrechte zijn afgegaan op de juistheid van de financiële verslaglegging. Ten tweede is sprake van een wanverhouding tussen het tekort op de faillissementsdatum (ongeveer € 32.000) en de omvang van de faillissementskosten. Ook hierin ziet de rechtbank, hoewel niet is gebleken dat de curator onnodig hoge kosten heeft gemaakt, grond voor matiging. Tot slot weegt mee dat bijna een minnelijke regeling is getroffen, maar dat die regeling uitsluitend is stukgelopen op het feit dat de bestuurder slechts € 6.000 ineens kon voldoen en niet € 10.000.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie, rechter of advocaat.
Kijk hier voor meer informatie over de mogelijkheden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar info@boomjuridisch.nl.
Met vriendelijke groet,
Emmanuel Lokin
Hoofdredacteur OR Updates
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; uitkoopprocedure. NPM Investments XI B.V. stelt na een succesvol openbaar bod een uitkoopvordering in tegen de gezamenlijke andere, niet bij naam bekende, aandeelhouders van ICT Group N.V. De OK verleent verstek tegen de gedaagden en wijst de vordering, na het vaststellen van een billijke koopprijs, toe. 23-11-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na de aankoop van aandelen in een vennootschap stellen de kopers de toenmalige bestuurder van de verkoper persoonlijk aansprakelijk voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van de schending van enkele garantie- en vrijwaringsbedingen in de koopovereenkomst. De toenmalige bestuurder meent dat de vordering intussen is verjaard en de rechtbank heeft hem in eerste aanleg gelijk gegeven. In hoger beroep stellen de kopers dat de verjaringstermijn pas gaat lopen vanaf het moment dat zij subjectief bekend zijn geraakt met de aansprakelijke persoon. Volgens het hof kan op deze subjectieve bekendheid in dit geval geen beroep worden gedaan en het hof oordeelt dat de vordering is verjaard. 23-11-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een bv biedt onvoldoende verhaal en de schuldeiser legt conservatoir beslag onder en start een procedure tegen de bestuurder en de holding van de bv. Het hof oordeelt evenals eerder de rechtbank dat geen sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid wegens selectieve betaling en een schending van een bijzondere zorgplicht door de holding. De verklaring voor recht dat het conservatoir beslag onrechtmatig is, is als tegenvordering terecht toegewezen. 09-11-2021
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een bestuurder van een vennootschap wordt door een schuldeiser van de vennootschap aansprakelijk gehouden voor de niet-nakoming van een huurovereenkomst die de bestuurder namens de vennootschap sloot, terwijl de vennootschap geen activiteiten meer had, de bestuurder (en tevens enig aandeelhouder) bezig was zijn aandelen en bestuursfunctie over te dragen en de bestuurder geld van de bankrekening van de vennootschap overboekte naar zijn eigen rekening. In tegenstelling tot de rechtbank wijst het hof de vordering toe, omdat de bestuurder wist of behoorde te weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet na zou kunnen komen en aan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Er geldt naar het oordeel van het hof geen andere lichtere maatstaf voor het beoordelen van het handelen van de bestuurder als hij in een andere hoedanigheid dan die van bestuurder handelde, bijvoorbeeld als enig aandeelhouder of feitelijk bestuurder. 09-11-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. De OK heeft in een eerdere beschikking een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van een vennootschap en onmiddellijke voorzieningen getroffen (i.e. de benoeming van een tijdelijk bestuurder met doorslaggevende stem en de overdracht van (op twee na) alle aandelen aan een beheerder van aandelen). De reden voor de getroffen onmiddellijke voorzieningen was, kort gezegd, een vermogensrechtelijk geschil tussen de vennootschap en een partner waarmee zij samenwerkte. Dat geschil veroorzaakte tevens een impasse in de besluitvorming binnen de vennootschap en vormde een serieuze belemmering voor de bedrijfsvoering van de vennootschap. In een andere procedure is de ene aandeelhouder van de vennootschap veroordeeld om zijn aandelen over te dragen aan de andere aandeelhouder. Als gevolg van die overdracht houdt de laatstgenoemde aandeelhouder 100% van de aandelen in het kapitaal van de vennootschap waarop de enquête ziet. De samenwerking tussen de vennootschap en de partner is bovendien beëindigd. Het onderzoek is afgerond en het onderzoeksverslag is gedeponeerd. De vennootschap verzoekt daarom om opheffing van de eerder getroffen onmiddellijke voorzieningen. Die jagen de vennootschap op kosten, terwijl de situatie die eerder noopte tot het treffen van de voorzieningen, niet langer aan de orde is. De OK overweegt dat zij onmiddellijke voorzieningen kan treffen, indien dit vereist is in verband met de toestand van de rechtspersoon of het onderzoek. Gezien de afronding van het onderzoek en de hiervoor beschreven gewijzigde omstandigheden, doet geen van beide gronden zich meer voor. Bovendien is het in het belang van de vennootschap om te worden verlost van de negatieve effecten van de onmiddellijke voorzieningen. De OK willigt daarom het verzoek in. 29-10-2021
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In een langlopend geschil tussen een coöperatief van radiologen binnen een ziekenhuis, vordert een van de radiologen vernietiging van de door de rechtbank toegewezen vordering tot beëindiging van de lidmaatschapsovereenkomst tussen de betreffende radioloog en het coöperatief. Het hof oordeelt dat het coöperatief onvoldoende zwaarwegende gronden heeft aangevoerd om de lidmaatschapsovereenkomst op te zeggen, nu het geschil niet enkel door de houding van de radioloog is ontstaan. 05-10-2021
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam De twee broers die bestuurder en aandeelhouder zijn van de PT Green groep krijgen slaande ruzie. Broer 2 verwijt Broer 1 dat hij wordt uitgesloten van financiële informatie en dat Broer 1 zonder zijn medeweten diens managementvergoeding heeft verhoogd. Broer 1 verwijt broer 2 dat hij medewerkers opdracht geeft om documenten te vervalsen en diefstal te plegen. De OK gelast een onderzoek, schorst beide broers als bestuurder en draagt al hun aandelen, op één per aandeelhouder na, over aan een beheerder. 26-08-2021
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland De bestuurder van een failliete bv is door het hof Arnhem-Leeuwarden aansprakelijk gehouden op grond van artikel 2:248 BW. In de schadestaatprocedure vordert de curator betaling van het boedeltekort van ongeveer € 70.000. De rechtbank wijst (in verzet) het beroep van de bestuurder op matiging toe en matigt het bedrag waarvoor de bestuurder aansprakelijk is tot € 25.000. De rechtbank geeft hiervoor een aantal redenen. In de eerste plaats is aansprakelijkheid aangenomen omdat de boekhoudplicht is geschonden, terwijl nergens uit blijkt dat schuldeisers ten onrechte zijn afgegaan op de juistheid van de financiële verslaglegging. Ten tweede is sprake van een wanverhouding tussen het tekort op de faillissementsdatum (ongeveer € 32.000) en de omvang van de faillissementskosten. Ook hierin ziet de rechtbank, hoewel niet is gebleken dat de curator onnodig hoge kosten heeft gemaakt, grond voor matiging. Tot slot weegt mee dat bijna een minnelijke regeling is getroffen, maar dat die regeling uitsluitend is stukgelopen op het feit dat de bestuurder slechts € 6.000 ineens kon voldoen en niet € 10.000. 08-12-2021
- Rechtbank Overijssel De curator van een failliete vennootschap heeft een vordering op grond van artikel 2:248 BW ingediend in het faillissement van de bestuurder. In een renvooiprocedure tussen de curator van de vennootschap en een schuldeiser in het faillissement van de bestuurder erkent de rechtbank deze vordering. 08-12-2021
- Rechtbank Rotterdam Een stichting verzoekt de rechtbank onder meer de arbeidsovereenkomst met haar rechtspersoonsrechtelijk ontslagen bestuurder te ontbinden. De rechtbank oordeelt dat het rechtspersoonsrechtelijk ontslag van de bestuurder van een stichting sinds de invoering van de WBTR onder het uitgangspunt van de 15 april-arresten valt. De rechtbank oordeelt dat het van de Stichting in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst nog langer te laten voortduren. 26-11-2021
- Rechtbank Amsterdam De kantonrechter veroordeelt de (voormalig) enig aandeelhouder van een vennootschap tot vergoeding van de schade van een schuldeiser van de vennootschap, omdat de aandeelhouder bij de overdracht van zijn aandelen in het kapitaal van de vennootschap zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat dit als onrechtmatig jegens de schuldeiser van de vennootschap moet worden aangemerkt. De aandeelhouder heeft zijn aandelen overgedragen aan een buitenlandse vennootschap voor één euro, terwijl hij geen onderzoek heeft gedaan naar de motieven van de koper en hij middels een eenvoudige zoekopdracht op het internet te weten had kunnen komen dat de koper betrokken was bij verschillende faillissementen. Kort na de aandelenoverdracht is de vennootschap ontbonden middels turboliquidatie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de aandeelhouder willens en wetens het risico genomen dat de vennootschap na de aandelenoverdracht haar verplichtingen jegens haar schuldeisers niet meer kon nakomen en heeft hij zich bij de aandelenoverdracht de belangen van de eisende schuldeiser van de vennootschap onvoldoende aangetrokken. De aandeelhouder heeft daarmee onrechtmatig gehandeld jegens de schuldeiser van de vennootschap, en is aansprakelijk voor de schade van de schuldeiser. 02-11-2021
- Rechtbank Limburg De onderhavige uitspraak betreft een aandeelhoudersgeschil over de toepasselijkheid van een statutaire aanbiedingsregeling. De ene aandeelhouder van een vennootschap vordert dat de andere aandeelhouder verplicht wordt om zijn aandelen in de vennootschap aan de eisende aandeelhouder aan te bieden overeenkomstig de statutaire aanbiedingsregeling. Een vennootschap die de aandelen houdt in het kapitaal van de andere aandeelhouder van de vennootschap heeft namelijk de aandelen in het kapitaal van de andere aandeelhouder overgedragen aan een STAK. Dit resulteert naar het oordeel van de rechtbank in een wijziging van zeggenschap op het niveau van de vennootschap in de zin van de SER Fusiegedragsregels 2000, waardoor de statutaire aanbiedingsregeling toepasselijk wordt. Tevens vordert de eisende aandeelhouder een verklaring voor recht dat de aandeelhoudersbesluiten die zijn genomen zonder betrokkenheid van de andere aandeelhouder rechtsgeldig zijn genomen, nu de andere aandeelhouder in verzuim zou zijn voor wat betreft zijn aanbiedingsverplichting en daardoor zijn stemrechten zouden zijn opgeschort gedurende het verzuim. De rechtbank wijst de vorderingen van de eisende aandeelhouder toe. 13-10-2021
- Rechtbank Amsterdam Twee leden vorderen in incident uitvoerbaar bij voorraad om de vereniging waar zij lid van zijn te bevelen de status ‘uitgesloten’ die zij aan haar leden heeft opgelegd voor de duur van deze procedure te herroepen, althans anderszins ongedaan te maken. De status 'uitgesloten' is opgelegd na vermeende schending door de leden van een toepasselijke gedragscode en diverse waarschuwingen door de vereniging. De rechtbank beoordeelt mede in het licht van artikel 2:8 BW dat de vereniging in de gegeven omstandigheden niet in redelijkheid tot de sanctiebesluiten jegens de leden heeft kunnen komen. De waarschuwingsbesluiten zijn namelijk naar het voorlopige oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd en in strijd met de door de vereniging jegens de leden in acht te nemen zorgvuldigheid. De rechtbank wijst de vordering toe en beveelt om binnen zeven dagen de status ‘uitgesloten’ voor de duur van deze procedure te herroepen, althans anderszins ongedaan te maken. 08-09-2021