Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Rechtbank Amsterdam 5 maart 2025, OR 2025-0089, Welten Group B.V./One Two Work B.V. (schending SPA garanties)
Deze uitspraak van de Netherlands Commercial Court NCC District Court is samengevat door Mike van de Graaf. In deze zaak gaat het om de vraag of enkele garanties en pre-completion undertakings uit de SPA geschonden zijn door de verkoper jegens de koper vanwege het handelen van de CFO van de targetvennootschap. De NCC komt tot de conclusie dat de verkoper de garanties heeft geschonden vanwege het frauduleus handelen van de CFO, dat de verkoper daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden en dat de aansprakelijkheidsbeperkingen uit de SPA niet ingeroepen kunnen worden. Partijen worden vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de omvang van de schade.
Rechtbank Limburg 26 februari 2025, OR 2025-0088, Vordering tot uittreding ex artikel 2:343 BW van aandeelhouder in familiebedrijf
Dit vonnis is samengevat door Anne-Mieke Dumoulin-Siemens. Twee broers runnen een transportbedrijf. Zij houden ieder indirect 50% van de aandelen in de bv en zijn beiden indirect bestuurder. Als de verhouding tussen de broers verslechtert, stelt bestuurder 1 als eisende aandeelhouder een vordering tot uittreding ex artikel 2:343 BW in. Bestuurder 1 legt aan zijn vordering ten grondslag: (1) de zwaar verstoorde privérelatie tussen de beide broers en (2) het nadeel dat bestuurder 2 aan de bv heeft toegebracht. De rechtbank Limburg wijst de vordering af. Er is onvoldoende verband tussen de slechte verstandhouding tussen de broers en het belang van bestuurder 1. Verder was het nodig dat bestuurder 2 een nieuwe bv oprichtte van waaruit de activiteiten van de oorspronkelijke bv vanaf dan zijn verricht, omdat bestuurder 1 niet meewerkte aan het verkrijgen van de noodzakelijke vergunning. Bestuurder 2 heeft aldus gehandeld met het oogmerk verder nadeel voor de vennootschap af te wenden.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 27 februari 2025, OR 2025-0082, Enquête Hoad Holding B.V.
In deze procedure, samengevat door Max Roetman, verzoekt een certificaathouder van een vennootschap om een enquête naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap. De aandeelhouders en de bestuurder hebben naar het oordeel van de OK diverse zaken niet kunnen verduidelijken. Daarnaast hebben zij op diverse punten niet juist gehandeld. De OK beveelt een onderzoek en benoemt een onafhankelijke derde als bestuurder én een beheerder die de aandelen van de STAK in de vennootschap ten titel van beheer overneemt. Het verzoek tot het houden van enquête wordt toegewezen. Het verzoek tot het treffen van de overige onmiddellijke voorzieningen wordt afgewezen.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie of uitspraakdatum.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam OK; enquête. Een certificaathouder van een vennootschap verzoekt om een enquête naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap. De aandeelhouders en de bestuurder hebben naar het oordeel van de OK diverse zaken niet kunnen verduidelijken. Daarnaast hebben zij op diverse punten niet juist gehandeld. De OK beveelt een onderzoek en benoemt een onafhankelijke derde als bestuurder én een beheerder die de aandelen van de STAK in de vennootschap ten titel van beheer overneemt. Het verzoek tot het houden van enquête wordt toegewezen. Het verzoek tot het treffen van de overige onmiddellijke voorzieningen wordt afgewezen. 27-02-2025
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Ondanks een executoriaal beslag op aandelen door een schuldeiser ten laste van een vennootschap, bewerkstelligt de bestuurder van deze vennootschap dat na een kapitaalvermindering een uitkering ten laste van de vennootschap en vervolgens een liquidatie van de vennootschap plaatsvindt. De schuldeiser meent daardoor in haar verhaalsmogelijkheden te zijn gefrustreerd en stelt de bestuurder aansprakelijk voor de schade die zij daardoor lijdt. Het hof veroordeelt de bestuurder tot betaling aan de schuldeiser van het bedrag van de waarde van de beslagen aandelen. 10-09-2024
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant In deze zaak stelt de curator de voormalig bestuurder van een gefailleerde vennootschap succesvol aansprakelijk voor aan zichzelf verrichte paulianeuze betalingen, alsmede het tekort in het faillissement wegens onbehoorlijk bestuur. Hem wordt tevens een bestuursverbod opgelegd. 02-04-2025
- Rechtbank Amsterdam Een statutair bestuurder wordt vennootschapsrechtelijk en arbeidsrechtelijk ontslagen. De arbeidsrechtelijke ontslaggronden zijn niet voldragen. Het verzoek om een billijke vergoeding is daarmee toewijsbaar. De rechtbank ziet echter de contractueel overeengekomen vergoeding als een billijke vergoeding, zodat geen aanvullend bedrag wordt toegekend. 06-03-2025
- Rechtbank Amsterdam In deze uitspraak van de Netherlands Commercial Court NCC District Court gaat het om de vraag of enkele garanties en pre-completion undertakings uit de SPA geschonden zijn door de verkoper jegens de koper vanwege het handelen van de CFO van de targetvennootschap. De NCC komt tot de conclusie dat de verkoper de garanties heeft geschonden vanwege het frauduleus handelen van de CFO, dat de verkoper daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden en dat de aansprakelijkheidsbeperkingen uit de SPA niet ingeroepen kunnen worden. Partijen worden vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de omvang van de schade. 05-03-2025
- Rechtbank Limburg Twee broers runnen een transportbedrijf. Zij houden ieder indirect 50% van de aandelen in de bv en zijn beiden indirect bestuurder. Als de verhouding tussen de broers verslechtert, stelt bestuurder 1 als eisende aandeelhouder een vordering tot uittreding ex artikel 2:343 BW in. Bestuurder 1 legt aan zijn vordering ten grondslag (1) de zwaar verstoorde privérelatie tussen de beide broers en (2) het nadeel dat bestuurder 2 aan de bv heeft toegebracht. De rechtbank Limburg wijst de vordering af. 26-02-2025
- Rechtbank Noord-Holland Een curator van een failliet schoonmaakbedrijf vordert in een verzetprocedure bij de rechtbank dat een voormalig bestuurder wordt veroordeeld tot betaling van de schade van het schoonmaakbedrijf vanwege onbehoorlijk bestuur. De curator stelt dat sprake is van onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:9 BW, omdat de bestuurder zonder rechtsgrond grote bedragen heeft overgemaakt naar gelieerde vennootschappen en voor privédoeleinden heeft onttrokken aan het vermogen van de gefailleerde vennootschap. De voormalig bestuurder verweert zich onder meer door te stellen dat er een zakelijke grondslag voor de betalingen zou zijn geweest, maar kan dat onvoldoende onderbouwen. Zo acht de rechtbank het aannemelijk dat facturen zijn geantedateerd. De rechtbank oordeelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en wijst de vordering grotendeels toe. 18-12-2024
- Rechtbank Rotterdam Deze al wat oudere uitspraak die recent is gepubliceerd, betreft een procedure Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), maar is ook voor het ondernemingsrecht relevant vanwege het oordeel betreffende de positie van vennoten van een vof. Er wordt geoordeeld over een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode dat door een vof en haar vennoten is ingediend. Een van de schuldeisers dient een zienswijze in, met daarin het argument dat de vennoten van de vof geen beroep kunnen doen op de WHOA, enerzijds omdat zij persoonlijk geen onderneming drijven (dat doet de vof) en anderzijds omdat de vennoten zelf geen startverklaring hebben neergelegd. Onder verwijzing naar andere jurisprudentie oordeelt de rechtbank dat de vennoten wel ondernemers als bedoeld in artikel 369 lid 1 Fw zijn, omdat de onderneming van de vof voor hun rekening wordt gedreven; zij zijn immers ook met hun persoonlijke vermogen voor de schulden van de onderneming verbonden. Als een vennoot handelt in naam van de vof, doet hij dit namens de gezamenlijke vennoten en hij bindt daarmee de gezamenlijke vennoten. Een overeenkomst ‘met de vof’ moet worden aangemerkt als een overeenkomst met de gezamenlijke vennoten in hun hoedanigheid van vennoten. Dit betekent dat de vennoten – naast de vof – een beroep kunnen doen op de WHOA en dat de startverklaring waarin de vof als schuldenaar is aangemerkt in beginsel ook ten aanzien van verhaal op hun persoonlijke vermogen de mogelijkheid van een afkoelingsperiode openzet. Inhoudelijk wordt het verzoek toch afgewezen, omdat de ‘plus’ van het aan te bieden akkoord onvoldoende concreet gemaakt is en de vennoten geen inzicht hebben gegeven in de effecten van de afkoelingsperiode voor hun privéschuldeisers. 20-11-2023