Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.393 resultaten

Rechtspraak

OR 2024-0180

Enquêteprocedure VMS Holding c.s.

De ernstig verstoorde verhoudingen binnen een scheepvaartconcern leiden uiteindelijk tot het ontslag van een van de bestuurders. Deze oud-bestuurder, die tevens (middellijk) aandeelhouder is, start een enquêteprocedure bij de OK. In haar verweerschrift stelt de verweerster dat de verzoeker niet-ontvankelijk is ten aanzien van een aantal vennootschappen binnen het concern, omdat de bezwarenbrief (zoals bedoeld in art. 2:349 lid 1 BW) van de verzoeker niet aan alle vennootschappen binnen het concern is gericht en overigens ook geen bezwaren tegen het beleid of gang van zaken van al deze vennootschappen bevat. De OK overweegt dat voor het aannemen van de bevoegdheid om een concernenquête te verzoeken, is vereist dat het concern en de in de onderhavige procedure betrokken (klein)dochtervennootschappen in een groep in de zin van artikel 2:24b BW met elkaar zijn verbonden. Het feit dat de bezwarenbrief niet expliciet aan de (klein)dochtervennootschappen is gericht en geen bezwaren bevat tegen elk van de (klein)dochtervennootschappen betekent naar het oordeel van de OK niet dat niet is voldaan aan de ontvankelijkheidseis van artikel 2:349 lid 1 BW, zodat de verzoekster ontvankelijk wordt verklaard in haar enquêteverzoek. De OK komt uiteindelijk tot het oordeel dat de feitenconstellatie ertoe leidt dat er ook inhoudelijk gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken binnen het concern. Bij de inhoudelijke beoordeling overweegt de OK dat het (mogelijk) bestaan van ook vermogensrechtelijke belangen van verzoeksters niet afdoet aan het feit dat de geformuleerde bezwaren enquêterechtelijk van aard zijn. Het betoog van verweersters dat er onvoldoende belang bestaat bij onderzoek omdat de verzoekster met haar verzoek slechts eigen vermogensrechtelijke doeleinden zou nastreven, wordt niet gevolgd.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 13-06-2024

Rechtspraak

OR 2024-0174

North Sea Tankers B.V. – geschillenregeling hoger beroep

Geschillenregeling en samenhangende vorderingen. In eerste aanleg heeft de rechtbank onder meer de gevorderde uittreding afgewezen op basis van een onjuiste maatstaf. Hiertegen is hoger beroep ingesteld bij de OK. Een holdingvennootschap heeft een vennootschap opgericht die is gericht op het beheer van commerciële zeetankers en verkoopt haar meerderheidsbelang daarin. Na de verkoop ontstaan geschillen tussen de holdingvennootschap en de nieuwe investeerder over nabetalingen die de investeerder aan de holdingvennootschap moet betalen, of mag investeren in de vennootschap in het geval financiering noodzakelijk is. Daarnaast wordt de bestuurder in deze vennootschap geschorst en ontslagen. De holdingvennootschap stelt dat de nieuwe investeerder misbruik maakt van de omstandigheden en vordert terugbetaling van onder meer de aandeelhouderslening. De OK gaat hierin niet mee, omdat de financiële situatie van de vennootschap financiering vereist. Het ontslag van de bestuurder blijft in stand, omdat de bestuurder zich schuldig maakt aan een belangenverstrengeling en bepaalde crediteuren achterstelt. Tot slot wordt het verzoek tot uittreding van de holdingvennootschap niet gehonoreerd, omdat zij niet voldoende aantoont dat haar rechten of belangen zo ernstig zijn geschaad dat haar aandeelhouderschap niet langer van haar kan worden gevergd.
Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 05-03-2024