Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.349 resultaten

Rechtspraak

OR 2025-0031

Kubus Coöperatie U.A./Uittredend lid

Een coöperatie heeft in de ledenovereenkomst een bepaling opgenomen die inhoudt dat een lid bij uittreding een uittreedvergoeding moet betalen. Als het vertrekkende lid weigert deze vergoeding te betalen, vordert de coöperatie betaling van de uittreedvergoeding. In eerste aanleg wijst de kantonrechter de vordering af, omdat de uittreedbepaling – in strijd met artikel 2:60 BW – niet is opgenomen in de statuten. In hoger beroep bekrachtigt het hof de uitspraak van de kantonrechter. Het hof overweegt dat, door de franchiseorganisatie in te bedden in een coöperatie, het dwingendrechtelijke kader van een coöperatie van toepassing is, zodat het ontbreken van een statutaire grondslag maakt dat de coöperatie zich niet kan beroepen op de in de ledenovereenkomst opgenomen uittreedbepaling. De coöperatie heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. De onderdelen van het cassatiemiddel behandelen onder meer de vragen of (1) de in de franchiseovereenkomst vastgelegde uittreedvergoeding kwalificeert als een uittreedvoorwaarde in de zin van artikel 2:60 BW, en (2) of dit beding, gelet op artikel 2:60 BW, rechtsgeldig en afdwingbaar is, ondanks het ontbreken van een statutaire grondslag. De A-G concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Volgens de Hoge Raad heeft het hof terecht geoordeeld dat uit artikel 2:60 BW voortvloeit dat een uittreedvoorwaarde – zoals de in de overeenkomst opgenomen uittreedvergoeding – een statutaire grondslag moet hebben. Zonder een statutaire grondslag kan een dergelijke voorwaarde niet rechtsgeldig worden overeengekomen. De overige klachten van het middel geven evenmin aanleiding tot cassatie (art. 81 lid 1 RO).
Hoge Raad, 10-01-2025