Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.419 resultaten

Rechtspraak

OR 2015-0251

Uitgetreden Vennoten/Trapezium Vastgoed B.V.

De verhuurder (geïntimeerde) heeft appellanten aangesproken in verband met een door de vof, waarvan appellanten vennoten waren, onbetaald gelaten huurachterstand. De huurovereenkomst is namens de vof aangegaan door appellanten. Appellanten zijn later uitgetreden, waarna de zoons van appellanten de activiteiten en de huurovereenkomst van de vof hebben overgenomen. Appellanten stellen dat er door de zoons een nieuwe vof is opgericht, dat Trapezium akkoord is gegaan met voortzetting van het huurcontract met deze nieuwe vof en dat Trapezium wist van de uittreding. Hiermee heeft Trapezium hen ontslagen uit hun hoofdelijke verplichtingen, althans in de gegeven omstandigheden mochten appellanten de gedragingen van Trapezium op deze wijze opvatten. Het hof volgt appellanten niet in hun betoog. De stelling dat de zoons een nieuwe vof hebben opgericht had onderbouwd moeten worden nu uit het handelsregister blijkt dat de vof dezelfde is gebleven. Het hof oordeelt verder dat het enkele feit dat de verhuurder weet dat appellanten zijn uitgetreden en dat de verhuurder zich niet meer tot appellanten als uitgetreden vennoten richt, niet betekent dat de uitgetreden vennoten niet meer hoofdelijk aansprakelijk zijn. Dat verhuurder steeds communiceerde met de zonen kan niet leiden tot de gerechtvaardigde verwachting dat de uittredende vennoten werden ontslagen van hun hoofdelijke verplichtingen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-06-2015

Rechtspraak

OR 2015-0241

Kolkman q.q.

G, met wie gedaagde 1 in gemeenschap van goederen gehuwd is geweest, was financieel directeur van Weyl Beef Products B.V., dat in mei 2010 failliet is verklaard. Op vordering van de curatoren van Weyl is G als feitelijk beleidsbepaler wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur aansprakelijk gehouden en veroordeeld tot betaling van het faillissementstekort. Omdat betaling uitbleef hebben de curatoren het faillissement van G aangevraagd. G heeft medio oktober aan de curator meegedeeld per 1 oktober 2012 als uitzendkracht bij X in dienst te zijn getreden. Het is de curator gebleken dat Harmax Participaties B.V., waarvan G directeur/enig aandeelhouder was, facturen aan X heeft gezonden voor werkzaamheden die G voor haar heeft verricht. G had aan de curator meegedeeld dat Harmax een inactieve vennootschap was. Deze facturen zijn door X betaald op een bankrekening die indirect gehouden wordt door gedaagde 1. De curator is van oordeel dat gedaagde 1 c.s. zich schuldig hebben gemaakt aan medeplegen/medeplichtigheid van bedrieglijke bankbreuk. Door de inkomsten, althans die gelden, buiten de boedel om te leiden naar eigen bankrekening(en) in het vooruitzicht van het (onontkoombare) faillissement van G hebben gedaagde 1 c.s. volgens de curator onrechtmatig jegens de boedel gehandeld. Voorts is gedaagde 1 als enig aandeelhouder/bestuurder van gedaagde 2 op grond van artikel 2:9 jo. 6:6 BW hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag dat gedaagde 2 ten onrechte van X heeft ontvangen. Het op deze wijze wegsluizen van door G verdiende revenuen is een bedrieglijke schijnvertoning met als eerste doel die gelden buiten het zicht en bereik van crediteuren van G – als de curatoren van Weyl – te houden en in later stadium evenzo aan het zicht van de curator in het eigen – onontkoombare – faillissement van G te onttrekken. Door mede te werken aan deze constructie is gedaagde 1 ter zake medepleger/medeplichtig. Het argument van gedaagde 1 dat zij uit hoofde van de boedelscheiding nog geld van G te vorderen c.q. te verrekenen zou hebben, wordt allereerst gelogenstraft, althans blijkt op geen enkele manier uit het gesloten echtscheidingsconvenant, laat staan enig ander stuk.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 20-05-2015