Poorthuis q.q./X
Geïntimeerde heeft als bestuurder van een vennootschap bij schriftelijke koopovereenkomst de inventaris, machines, vervoermiddelen en voorraden daarvan aan een andere vennootschap verkocht. Reden voor deze overdracht is de dreiging van beslaglegging door een leverancier, met wie een geschil bestaat over aan die leverancier te wijten tekortkomingen. Enige tijd na de transactie gaat de verkopende vennootschap failliet. De curator verwijt geïntimeerde dat zij als bestuurder (van de verkopende vennootschap) met het sluiten van de koopovereenkomst alle activa en activiteiten van de verkopende vennootschap heeft overgeheveld naar de kopende vennootschap, waardoor eerstgenoemde vennootschap als een lege huls achterbleef en technisch failliet ging. Het hof is van oordeel dat geen sprake is van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling. Tegen de achtergrond van een sterk verliesgevende vennootschap heeft geïntimeerde haar taak als bestuurder niet kennelijk onbehoorlijk vervuld door – ter voorkoming van het leggen van beslag door een schuldeiser waardoor de vennootschap failliet zou zijn gegaan en alle schuldeisers zouden zijn benadeeld – te handelen als hierboven is weergegeven. Daarbij is – kort gezegd – van belang dat geïntimeerde aldus heeft gehandeld na het inwinnen van advies bij haar accountant en advocaat en dat bij de verkoop sprake was van een reële prijs.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 26-05-2015