X/Y
Na verkoop en levering van aandelen in drie vennootschappen blijkt de winst lager dan geprognosticeerd. De gekochte vennootschappen failleren, waarna de (indirect) koper c.s. de verkoper en haar bestuurder aanspreekt. Met betrekking tot het project waar wel een voorcalculatorisch verlies was weergegeven, acht de rechtbank het enkele feit dat achteraf is gebleken dat het voorcalculatorisch verlies hoger was, onvoldoende om te oordelen dat verkoper (welbewust) onjuiste informatie heeft verstrekt. Als koper meer zekerheid over de omvang van het voorcalculatorisch verlies had willen hebben, had het op de weg van koper gelegen hierover nadere vragen te stellen dan wel onderzoek te plegen. Mede gelet op de betwisting van verkoper B dat sprake is van voorcalculatorische verliezen in de andere projecten had het op de weg van koper c.s. gelegen nadere concrete feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit kan worden afgeleid dat (welbewust) onjuiste informatie is verstrekt. De rechtbank overweegt daarbij dat koper c.s. voor het due diligence-onderzoek toegang had tot de gehele administratie van de drie vennootschappen en alle betrokkenen kon bevragen. De conclusie is dat koper haar onderzoeksplicht heeft verzaakt en dat verkoper haar informatieplicht heeft vervuld. Geen bestuurdersaansprakelijkheid.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 19-11-2014