Melkveehouder/Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Een melkveehouder, lid van een zuivelcoöperatie, vordert vernietiging van een door de zuivelcoöperatie genomen besluit tot vaststelling van het zogenoemde ‘individuele vergelijkingsvolume’ van de melkveehouder. De rechtbank maakt een belangenafweging: de coöperatie heeft belang bij een uniforme toepassing van de geldende regelingen en voorkoming van precedentenwerking. De coöperatie heeft het geldende reglement toegepast en hierbij voldoende rekening gehouden met de belangen van het lid. De coöperatie heeft aldus niet in strijd met artikel 2:8 BW gehandeld, dus het besluit blijft in stand. Het reglement waarop de berekening is gebaseerd, vloeit voort uit de statuten. Het reglement is gevoegd bij de leveringsovereenkomst die de coöperatie en het lid hebben gesloten. De contractuele relatie is daarom sterk met de lidmaatschapsverhouding verweven en kan daarvan niet los worden gezien. Omdat het besluit in stand blijft, kan toetsing aan de overeenkomst niet tot een andere uitkomst leiden.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 14-07-2021