Uitleg van een aandelenovereenkomst
In deze zaak wordt een vordering tot nakoming van een aandelenovereenkomst, die in eerste aanleg is toegewezen, in hoger beroep alsnog afgewezen. De vraag hoe een aandelenovereenkomst moet worden uitgelegd, kan volgens het hof niet worden beantwoord op grond van alleen een taalkundige uitleg van de bepalingen van de overeenkomst. Bij de uitleg komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In casu is niet gebleken dat de aandelenovereenkomst inhield dat appellante aansprakelijk werd voor de verplichtingen van de joint-venture vanwege een leenovereenkomst, of met aansprakelijkheid heeft ingestemd.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 20-10-2020