Aansprakelijkheid (indirecte) bestuurders failliete vennootschappen Gerlon-groep
De rechtbank oordeelt dat de (indirecte) bestuurders van vennootschappen behorend tot de Gerlon-groep, waarin een zevental faillissementen zijn uitgesproken, hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het tekort, vanwege het handelen bij de inbreng van een Turkse vennootschap en vanwege fraude. Slechts één bestuurder kan zich hieraan onttrekken en zich beroepen op een disculpatiegrond. De (indirecte) bestuurders worden door de curator aangesproken op grond van artikel 2:248 BW vanwege onder andere vermeende schending van de boekhoudplicht, vermeende te late deponering van de jaarrekening, factoringfraude, btw-fraude en een omvangrijke overinvestering.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 19-08-2020