Minderheidsaandeelhouder/Fuelplants BV

Enquêteverzoek door minderheidsaandeelhouder. Bij tegenstrijdige belangen geldt omtrent informatieverzoeken van de minderheidsaandeelhouder niet de regel uit ASMI, maar die uit Zwagerman: de vennootschap dient uit eigen beweging en op vragen van de minderheidsaandeelhouder ook buiten een aandeelhoudersvergadering de nodige transparantie dient te betrachten. De OK willigt het verzoek in en benoemt als onmiddellijke voorziening een derde tot commissaris die toezicht houdt op het bestuur.

Uitkoopprocedure minderheidsaandeelhouders Globalworth

Vordering tot uitkoop minderheidsaandeelhouders van het beursgenoteerde Globalworth Poland Real Estate NV (‘GPRE’). OK wijst vordering toe. De aandelen in GPRE vallen niet in het vermogen van Santander Bank, welke volgens het aandeelhoudersregister enig aandeelhouder van GPRE is. De aandelen vallen in het vermogen van de houders van de girale aandelen in het Poolse giraal effectensysteem, voor wie Santander Bank de aandelen houdt.

Gierkink Beheer

OK; enquête familiebedrijf Gierkink Beheer. Aandeelhouder blokkeert verkooptraject met beroep op statutair voorkeursrecht. Afwijzing verzoek van OK-functionarissen tot tijdelijk buiten werking stellen van de statutaire blokkeringsregeling en verplichting aandeelhouders tot overdracht aandelen. Afwijzing verzoek tot verkrijging machtiging tot verkoop onroerend goed, omdat deze machtiging niet nodig is. De bevoegdheid tot verkoop behoort reeds tot het instrumentarium van de OK-bestuurder en OK-beheerder.

Oude Liefde/Nieuwe Liefde (Gein BV)

OK; enquête. Onmiddellijke voorziening. OK beveelt onderzoek naar beleid en gang van zaken bij de holdingvennootschap, maar niet bij de dochtervennootschap, vanwege verstoorde verhoudingen in het bestuur en de aandeelhoudersvergadering van de holding. Als onmiddellijke voorziening wordt een tijdelijk bestuurder met doorslaggevende zeggenschap benoemd. Voor deze bestuurder gelden de beperkingen van een goedkeuringsvereiste door de AVA voor bepaalde bestuursbesluiten niet.

Caceis Bank/Stichting Administratiekantoor Aandelen Kas Bank c.s.

OK; uitkoop minderheidsaandeelhouders Kas Bank; tussenarrest. Eiser wordt toegelaten om bij nadere akte aan te tonen dat is voldaan aan de 95%-drempel van artikel 2:359c lid 1 BW. Biedprijs in het kader van openbaar bod als bedoeld in artikel 5:74 Wft wordt vermoed een billijke prijs te zijn in de zin van artikel 2:359c lid 6 BW, ondanks buiten beschouwing laten aandelen werknemers bij berekening acceptatiegraad.

Star Bidco/BinckBank

OK; vordering tot uitkoop van de minderheidsaandeelhouders van BinckBank NV. Biedprijs wordt beoordeeld als billijke prijs. Peildatum gesteld op latere datum. Vordering tot uitkoop toegewezen.

Afwijzing faillissementsverzoek ontbonden vennootschap

Verzoek tot faillietverklaring van een ontbonden vennootschap wordt afgewezen, omdat de vennootschap geen baten heeft. Een eenmalige overschrijding van de publicatieplicht met één maand die verklaarbaar is omdat de publicatietermijn dat boekjaar voor het eerst is teruggebracht naar twaalf maanden, is een onbelangrijk verzuim. In faillissement zou daarom geen vordering op grond van artikel 2:248 BW geldend kunnen worden gemaakt.

Samenloop bestuurdersaansprakelijkheidsvorderingen pensioenfonds en curator

De rechtbank beoordeelt of sprake is van samenloop van de vorderingen van het pensioenfonds en de curator jegens de bestuurders. Daar waar sprake is van samenloop, wordt de zaak aangehouden zodat eerst op de vorderingen van de curator kan worden beslist.

Stichting IMpact/Iceberg c.s.

De rechtbank oordeelt dat er ten tijde van de turboliquidatie nog baten beschikbaar waren om de vordering van eiser te voldoen. Gedaagden voldoen niet aan de opdracht van de rechtbank om jaarrekeningen in het geding te brengen. De rechtbank maakt een inschatting van de destijds beschikbare baten en oordeelt dat de (indirecte) bestuurders voor dat bedrag hoofdelijk aansprakelijk zijn.

CloudGen/(Oud)bestuurder en aandeelhouder

Kort geding. Bij gebreke van een contractueel overeengekomen concurrentie- en relatieverbod vordert de Vennootschap de concurrerende werkzaamheden van haar oud bestuurder en (indirect) aandeelhouder aan te merken als onbehoorlijke taakvervulling in de zin van artikel 2:9 BW, dan wel op grond van artikel 2:8 jo. 6:162 BW alsnog een concurrentie- en relatieverbod van toepassing te verklaren. De voorzieningenrechter wijst beide vorderingen af.