Hanos c.s./Bestuurders (gefailleerd) RCCS

Hanos c.s. exploiteren diverse groothandels in horecaproducten. RCCS verrichtte als geldtransportbedrijf diensten voor Hanos c.s. Zij haalde contanten op bij Hanos c.s. om de gelden vervolgens na het doorlopen van diverse stappen te storten op de rekening van Hanos c.s. RCCS is failliet gegaan. Vlak voor het faillissement heeft RCCS contanten opgehaald bij Hanos c.s., maar deze gelden zijn niet bijgeschreven op de rekening van Hanos en derhalve verloren gegaan. Hanos c.s. vorderen (terug)betaling van de gelden op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. Het hof oordeelt dat de bestuurders van het gefailleerde RCCS geen persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kan worden. Anders dan Hanos c.s. stellen, had RCCS geen Wft-vergunning nodig. Daarnaast bestond er volgens het hof geen contractuele verplichting voor RCCS om de bij Hanos c.s. opgehaalde gelden gescheiden te houden van het overige vermogen van RCCS. Tot slot oordeelt het hof dat de bestuurders geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van het door hen gevoerde beleid. Het hof wijst het hoger beroep af.

Heropening vereffening op verzoek voormalig curator

Nadat het faillissement van een aantal stichtingen is opgeheven bij gebrek aan baten, blijkt van het bestaan van een bate. De voormalig curator verzoekt daarom de vereffening te heropenen en hem als vereffenaar te benoemen. De rechtbank wijst het verzoek toe.

Bestuurder/Hagendoorn q.q.

Deze zaak betreft een vordering tot exhibitie ex artikel 843a (oud) Rv. Het hof wijst de vordering af omdat (i) de gestelde onrechtmatige daad (bestuurdersaansprakelijkheid) onvoldoende aannemelijk is en (ii) er geen rechtmatig belang is bij verstrekking van de gewenste stukken.

Samenloop artikel 18 en 33 WvK in het faillissement van een vof

Een curator in het faillissement van een vennootschap onder firma (vof) heeft in de schuldsanering van een vennoot een vordering ingediend in verband met het faillissementstekort en zijn salaris als curator. De rechtbank oordeelt dat voor de helft van het faillissementstekort een vordering kan worden ingediend op grond van artikel 33 WvK. De vordering in verband met het salaris van de curator kan op grond van artikel 18 WvK (volledig) worden ingediend. Hoewel de curator had betoogd dat de ingediende vorderingen moeten worden gekwalificeerd als boedelvordering, oordeelt de rechtbank dat sprake is van concurrente vorderingen.

Ontslag statutair bestuurder

Een statutair bestuurder is zowel vennootschapsrechtelijk als arbeidsrechtelijk ontslagen, waarbij zijn arbeidsovereenkomst is opgezegd zonder redelijke grond. De bestuurder is niet tijdig op zijn (dis)functioneren aangesproken en is niet in de gelegenheid gesteld zijn functioneren aan te passen aan de wensen van de aandeelhouders. Aan hem wordt daarom een billijke vergoeding van € 126.000 toegekend.

Gezamenlijke behandeling uittredingsverzoek en aanvullende voorzieningen in de tweede fase van de enquêteprocedure

Twee broers (M en H) drijven via vennootschappen een onderneming waarbij beiden ieder indirect 50% van de aandelen in de vennootschappen houden. Nadat een impasse op bestuurs- en aandeelhoudersniveau is ontstaan, wordt broer H in de tweedefasebeschikking van de enquêteprocedure verantwoordelijk gehouden voor het geconstateerde wanbeleid en ontslagen als bestuurder van de vennootschappen. Broer H dient vervolgens een uittredingsverzoek ex artikel 2:343 BW in. De OK-bestuurder dient een verzoek in om bij wijze van onmiddellijke voorziening de statuten te kunnen wijzigen met gewone meerderheid van stemmen. De OK wijst het uittredingsverzoek af en de verzochte onmiddellijke voorziening toe.

Koop/verkoop dansschool

Deze procedure gaat over de (ver)koop van een dansschool. Zowel de kopers als de verkopers vinden dat de ander nog geld aan hen verschuldigd is. De kantonrechter oordeelt, indachtig het deskundigenrapport, dat verkopers aan kopers nog geld moeten betalen vanwege de vereffening van de V.O.F. die de (exploitatie van de) dansschool overnam. In hoger beroep blijft het vonnis van de kantonrechter in stand, met verbetering van de gronden.

B.V. 1 en bestuurders/Gemeente Peel en Maas

Een koper sluit met een gemeente een koopovereenkomst omtrent een aantal percelen waarop de koper bouwwerken gaat realiseren. De gemeente betrekt de koper in een procedure omdat de koper de gekochte percelen heeft overgedragen aan een derde, terwijl dit niet mocht volgens de koopovereenkomst. In eerste aanleg oordeelt de rechtbank dat de koper de schade, het netto verkoopbedrag, aan de gemeente moet vergoeden. Zowel koper als de gemeente is het niet eens met de uitspraak en gaat in hoger beroep. In hoger beroep veroordeelt het hof de koper en haar bestuurders tot een hoofdelijke betaling van het boetebedrag.

Enquêteprocedure FNV

Deze enquêteprocedure heeft betrekking op de onrust binnen FNV en de daarmee samenhangende onenigheid tussen FNV enerzijds en de vakbond van de werkorganisatie van FNV en van de medewerkers van de tien vakbonden die lid zijn van FNV (FNV Personeel) samen met 480 FNV-leden anderzijds. FNV Personeel en de 480 FNV-leden verzoeken de OK wegens de onrust om een onderzoek te gelasten en onmiddellijke maatregelen te treffen. De OK overweegt dat blijkt dat tussen de diverse geledingen van FNV al langer sprake is van een verstoorde relatie en een groeiend wantrouwen, waardoor verschillende actoren binnen FNV in toenemende mate tegenover elkaar zijn komen te staan. De OK houdt de aanwijzing van een onderzoeker echter voorlopig aan en gaat eerst over tot de benoeming van twee nieuwe leden in de raad van toezicht die, zo nodig in afwijking van de statuten en interne reglementen van FNV, bepaalde organisatorische en adviestaken toebedeeld krijgen.

Wangedrag 50%-aandeelhouder en bestuurder bedreigt continuïteit vennootschap

Deze zaak heeft betrekking op een verzoek aan de OK van een 50%-aandeelhouder en (indirect) bestuurder om een onderzoek te bevelen en onmiddellijke voorzieningen te treffen ten aanzien van de vennootschap. Aanleiding voor dit verzoek betreffen diverse gedragingen van de andere 50%-aandeelhouder en (indirect) bestuurder van de vennootschap die een negatieve impact hebben op de onderneming. Die gedragingen betreffen onder meer het zonder overleg met zijn medebestuurder en medeaandeelhouder besluiten nemen over het personeelsbeleid, het inschakelen van adviseurs, het ontslag van zijn medebestuurder en het doen van diverse uitlatingen aan externe relaties van de vennootschap. Ter terechtzitting op 13 maart 2025 heeft de OK reeds beslist op het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen, waarbij de OK de desbetreffende aandeelhouder/bestuurder per direct heeft geschorst als bestuurder en een nieuwe bestuurder heeft benoemd. In de onderhavige beschikking beslist de OK op de overige verzoeken.