Galvamet Europe B.V. Q.Q./X
De vordering van de curator in eerste aanleg zag op de aansprakelijkheidsstelling van de bestuurder van de failliete vennootschap. Omdat de bestuurder niet aan zijn administratieplichten heeft voldaan, is het vermoeden aanwezig dat sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur dat heeft geleid tot het faillissement van de vennootschap. In eerste aanleg is de weerlegging van de bestuurder nog succesvol geweest, maar het hof oordeelt in hoger beroep toch dat het vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur niet concreet genoeg is weerlegd.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 17-06-2014