ING Commercial Finance
ING heeft bij een kredietverstrekking in het kader van een leveraged buyout geen zorgvuldigheidsnorm geschonden. Hof: een LBO is een toegestane wijze van financiering en het behoort tot de taken van het bestuur van een vennootschap om de risico’s van een LBO te wegen. A BV werd ten tijde van de besprekingen ook bijgestaan door externe adviesbureaus en ING was daarvan op de hoogte. Uit de analyse van ING kwam geen groot risico voor de continuïteit van de ondernemingen naar voren. Om die reden rustte op haar dan ook geen (verdergaande) onderzoeks- en zorgplicht jegens de overige schuldeisers. Daarbij komt dat ING gemotiveerd heeft gesteld dat uit de faillissementsverslagen blijkt dat de faillissementen juist zijn veroorzaakt door het handelen van de bestuurder van A BV. De statutaire doelomschrijvingen laten er geen twijfel over bestaan dat A BV tegen het verstrekken van zekerheden leningen mocht aangaan. Daarom kan ING in beginsel niet worden tegengeworpen dat zij wist, dan wel zonder nader onderzoek had moeten weten, dat het belang van de vennootschap niet zou zijn gediend met de betrokken rechtshandeling.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 26-08-2014