VvAA Schadeverzekeringen N.V./Bestuurder dakdekkersbedrijf

Een (voormalig) bestuurder van een dakdekkersbedrijf wordt na een woningbrand tijdens werkzaamheden aan deze woning door de opstalverzekeraar aansprakelijk gesteld voor de schade. De bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar van het dakdekkersbedrijf biedt geen dekking vanwege een uitsluitingsclausule ‘brandgevaarlijke werkzaamheden’. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft wegens het niet afsluiten van een deugdelijke verzekering. Omdat de oorzaak van de brand nog niet vaststaat, wordt verdere beslissing aangehouden tot de volgende zitting.

Tripolis Business Support B.V./Bestuurder

Een vennootschap is bij verstek veroordeeld tot betaling van een opdrachtnemer maar betaling is uitgebleven. De enig bestuurder heeft activa aan de vennootschap onttrokken, waarmee hij een onrechtmatige daad jegens de opdrachtnemer heeft gepleegd. Hij is gehouden de schade die de opdrachtnemer daardoor lijdt te vergoeden.

Ontslagen bestuurder/Raeger Stichting

Een bestuurder is ontslagen vanwege onder meer het lekken van een vertrouwelijk rapport en het inzetten van de cliëntenraad tegen de raad van toezicht. Daarmee heeft de bestuurder ernstig verwijtbaar gehandeld. De verzoeken tot het toekennen van diverse vergoedingen worden afgewezen. Het verzoek van de stichting tot veroordeling van de bestuurder tot terugbetaling van onder meer te veel ontvangen loon wordt daarentegen toegewezen. Een beroep van bestuurder op décharge faalt.

PTI Holding B.V./(de bestuurder van) Shield Group Holding B.V. en MCG Holding B.V.

De enig bestuurder, tevens meerderheidsaandeelhouder, van een leverancier van video-oplossingen verkoopt bepaalde activa aan een derde zonder de vereiste goedkeuring van de medeaandeelhouder(s). Het hof oordeelt dat de medeaandeelhouder door de activa-transactie geen schade heeft geleden en dat haar vorderingen derhalve niet toewijsbaar zijn.

Prijsbepalingsprocedure na vriendelijke uittredingsprocedure binnen een familiebedrijf

In een familiebedrijf heerst onenigheid. Dit leidt tot een enquête- en uitstotingsverzoek. Uiteindelijk besluiten de verschillende partijen toch een gezamenlijk verzoek tot vriendelijke uittreding ex artikel 2:343c BW te doen. De OK heeft een deskundige aangewezen die onderzoek doet naar de waarde van de aandelen van de minderheidsaandeelhouder in de vennootschap. Partijen twisten vervolgens over de vraag welke informatie de deskundige met de minderheidsaandeelhouder mag delen. De OK oordeelt dat de deskundige dit in beginsel mag bepalen maar dat het voorstel dat hij dienaangaande doet nog kan worden voorgelegd aan de OK.

Ontslagen bestuurder/Zorg uit het Hart B.V.

Het ontslag op staande voet van een statutair bestuurder vanwege fysiek geweld jegens de aandeelhouder is niet rechtsgeldig gegeven omdat het geweld niet is bewezen en de dringende reden aldus niet is komen vast te staan. Vanwege de verstoorde relatie had de arbeidsovereenkomst evenwel kunnen worden ontbonden. Aan de bestuurder worden diverse vergoedingen toegekend.

Placere Placet B.V./HPN Beheer B.V. c.s.

Een houder van een pandrecht op aandelen verzoekt de voorzieningenrechter om de van toepassing zijnde blokkeringsregeling te doorbreken. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af omdat de blokkeringsregeling in beginsel onverkort geldt en (nog) niet is aangetoond dat deze de uitwinning van het pandrecht onmogelijk of uiterst bezwaarlijk maakt. De pandhouder heeft vooralsnog nagelaten de aanbiedingsprocedure volledig te doorlopen.

Alychlo N.V. c.s./SnowWorld N.V.

OK; uitkoop. In een uitkoopprocedure is voor de waardering van de aandelen een deskundige ingeschakeld. De bij de overdracht van de aandelen betrokken partijen zijn het niet eens over de inhoud van het deskundigenbericht. Daarom beoordeelt de OK gemotiveerd of zij de conclusies uit het deskundigenbericht gaat volgen en geeft zij de opdracht om een aanvullend deskundigenbericht op te stellen.

Gebruik van structuur die inherent risicovol is voor crediteuren leidt tot kennelijk onbehoorlijk bestuur

Op vordering van de curator houdt de rechtbank de bestuurders van een gefailleerde groepsmaatschappij aansprakelijk voor het faillissementstekort. Het bestuur hanteerde een structuur die grote risico’s opleverde. Daarbij is het vennootschappelijke belang opgeofferd aan het belang van andere groepsvennootschappen.

Bewijsopdracht wilsonbekwaamheid slaagt niet, bestuurder kan zich niet disculperen

Een inmiddels overleden bestuurder is aansprakelijk gesteld door de curator in het faillissement van een vennootschap op grond van artikel 2:248 BW. Voor het beroep op disculpatie moet worden bewezen dat de bestuurder vanaf maart 2020 zijn wil niet meer kon bepalen vanwege dementie. Er zijn drie getuigen gehoord. De afgelegde verklaringen overtuigen de rechtbank niet. Daarnaast hebben de verklaringen een beperkte bewijskracht, omdat de getuigen nauw betrokken zijn en deels een eigen belang hebben. Een medische onderbouwing zoals een verklaring van behandelend artsen of een onafhankelijke deskundige ontbreekt. Ook andere verweren worden niet gevolgd, zodat de rechtbank de vorderingen van de curator toewijst.