Update
Geachte mevrouw/heer,
Bijgaand treft u een nieuwe OR Update aan.
Rechtspraak
In deze nieuwsbrief vindt u een overzicht van de rechtspraak die sinds de vorige nieuwsbrief op www.or-updates.nl is gepubliceerd.
Onderaan deze mail vindt u handige linkjes met weekoverzichten per instantie en kunt u de pdf met alle nieuw toegevoegde samenvattingen van ondernemingsrechtelijke uitspraken vanaf de website downloaden.
Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit:
Hoge Raad 24 januari 2025, OR 2025-0092, Enquêteprocedure Steenfabriek De Rijswaard BV - tweedefasebeschikking OK en cassatieberoep
Een langlopend conflict bij een familiebedrijf leidt tot diverse procedures bij de OK. Een van de onderwerpen die aan de orde komt, is de wijze waarop de governance is ingericht. De verzoekers stellen zich op het standpunt dat sprake is van wanbeleid doordat de (bestuurders van) het familiebedrijf weigeren met hen over een wijziging van de governance te spreken en omdat de huidige vormgeving van de governance onvoldoende checks & balances bevat wegens de aanwezigheid van dubbelfuncties. De OK oordeelt in zijn tweedefasebeschikking dat het niet in gesprek willen gaan over een wijziging van de governance-structuur niet maakt dat sprake is van wanbeleid. Op het punt van de dubbelfuncties gaat de OK (vrijwel) niet in. In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat dit ten onrechte niet is gebeurd. Naar het oordeel van de Hoge Raad hebben de verzoekers aan hun stelling dat sprake is van wanbeleid ook ten grondslag gelegd dat de governance tekortschiet wegens een gebrek aan voldoende checks & balances. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft de OK met haar oordeel onvoldoende op dit betoog gerespondeerd. De Hoge Raad vernietigt de tweedefasebeschikking en wijst het geding terug naar de OK ter verdere behandeling en beslissing. Abdessamad El Allaoui schreef de samenvatting van de beschikkingen van zowel de OK als de Hoge Raad.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 24 december 2024, OR 2025-0091, Enquête Simetra-concern - geen wanbeleid wel onjuist beleid
In deze tweedefasebeschikking in een enquêteprocedure, samengevat door Vera van Erpers Roijaards, oordeelt de OK dat de hoge drempel van wanbeleid ten aanzien van de emissiebesluiten niet wordt gehaald, maar dat niettemin wel sprake is van een onjuist beleid. Bij emissiebesluiten is door de meerderheidsaandeelhouder en de vennootschap in strijd gehandeld met de zorgvuldigheid die zij jegens de minderheidsaandeelhouder hadden te betrachten, onder meer op de grond dat bij de aandelenemissies de informatievoorziening zowel kwalitatief als kwantitatief onder de maat was. Anderzijds staat volgens de OK de noodzaak van aanvullende financiering wel degelijk vast, is de minderheidsaandeelhouder in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van haar voorkeursrecht, terwijl niet is gebleken dat de verwatering die optrad als gevolg van de emissies de minderheidsaandeelhouder ook in financiële zin heeft benadeeld.
Gerechtshof Amsterdam (OK) 20 maart 2025, OR 2025-0095, Vriendelijke uittredingsprocedure na intrekking enquête- en uitstotingsverzoek
Deze uitspraak is samengevat door Koen Andel. Onenigheid in een familiebedrijf leidt tot een enquêteverzoek van een minderheidsaandeelhouder en een uitstotingsverzoek van de meerderheidsaandeelhouders. De procedures worden op verzoek gevoegd behandeld door de OK. Uiteindelijk besluiten beide partijen hun verzoeken in te trekken en doen gezamenlijk een verzoek tot een vriendelijke uittreding ex artikel 2:343c BW, waarbij de waarde van de aandelen van de minderheidsaandeelhouder zal worden vastgesteld en vervolgens zullen overgaan op de meerderheidsaandeelhouders. De door de OK benoemde deskundige krijgt specifieke aanwijzingen mee.
Onze zoekfunctie
Wist u dat OR Updates uit meer bestaat dan deze nieuwsbrief?
Onze website biedt u bijvoorbeeld de mogelijkheid om op doeltreffende wijze de database te doorzoeken, zodat u de voor u relevante uitspraken kunt vinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken op onderwerp, instantie of uitspraakdatum.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de ondernemingsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, dan kunt u mailen naar or-updates@budh.nl. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Karel Boonzaaijer, Evert Leemreis en Emmanuel Lokin
Hoofdredactie OR Updates
Hoge Raad
Hof
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Onenigheid in een familiebedrijf leidt tot een enquêteverzoek van een minderheidsaandeelhouder en een uitstotingsverzoek van de meerderheidsaandeelhouders. De procedures worden op verzoek gevoegd behandeld door de OK. Uiteindelijk besluiten beide partijen hun verzoeken in te trekken en doen gezamenlijk een verzoek tot een vriendelijke uittreding ex artikel 2:343c BW, waarbij de waarde van de aandelen van de minderheidsaandeelhouder zal worden vastgesteld en vervolgens zullen overgaan op de meerderheidsaandeelhouders. De door de OK benoemde deskundige krijgt specifieke aanwijzingen mee. 20-03-2025
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam In deze tweedefasebeschikking in een enquêteprocedure oordeelt de OK dat de hoge drempel van wanbeleid ten aanzien van de emissiebesluiten niet wordt gehaald, maar dat niettemin wel sprake is van een onjuist beleid. Bij emissiebesluiten is door de meerderheidsaandeelhouder en de vennootschap in strijd gehandeld met de zorgvuldigheid die zij jegens de minderheidsaandeelhouder hadden te betrachten, onder meer op de grond dat bij de aandelenemissies de informatievoorziening zowel kwalitatief als kwantitatief onder de maat was. Anderzijds staat volgens de OK de noodzaak van aanvullende financiering wel degelijk vast, is de minderheidsaandeelhouder in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van haar voorkeursrecht, terwijl niet is gebleken dat de verwatering die optrad als gevolg van de emissies de minderheidsaandeelhouder ook in financiële zin heeft benadeeld. 24-12-2024
- Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Een langlopend conflict bij een familiebedrijf leidt tot diverse procedures bij de OK. Een van de onderwerpen die aan de orde komt, is de wijze waarop de governance is ingericht. De verzoekers stellen zich op het standpunt dat sprake is van wanbeleid doordat de bestuurders van het familiebedrijf weigeren met hen over een wijziging van de governance te spreken en omdat de huidige vormgeving van de governance onvoldoende checks & balances bevat wegens de aanwezigheid van dubbelfuncties. De OK oordeelt in zijn tweedefasebeschikking dat het niet in gesprek willen gaan over een wijziging van de governance-structuur niet maakt dat sprake is van wanbeleid. Op het punt van de dubbelfuncties gaat de OK (vrijwel) niet in. In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat dit ten onrechte niet is gebeurd. Naar het oordeel van de Hoge Raad hebben de verzoekers aan hun stelling dat sprake is van wanbeleid ook ten grondslag gelegd dat de governance tekortschiet wegens een gebrek aan voldoende checks & balances. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft de OK met haar oordeel onvoldoende op dit betoog gerespondeerd. De Hoge Raad vernietigt de tweedefasebeschikking en wijst het geding terug naar de OK ter verdere behandeling en beslissing. Hierna volgt de samenvatting van de beschikkingen van zowel de OK als de Hoge Raad. 25-10-2023
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Een bestuurder is op grond van artikel 23 Wet Bpf 2000 en artikel 2 Besluit meldingsregeling Wet Bpf 2000 hoofdelijk aansprakelijk voor de premiebijdragen die de vennootschap aan het pensioenfonds verschuldigd is, nu de melding van betalingsonmacht te laat is gedaan. De vorderingen van het pensioenfonds zijn mede gebaseerd op onrechtmatige daad. De vorderingen zijn verjaard, zowel op grond van artikel 3:308 BW (van toepassing voor zover de vorderingen zijn gegrond op artikel 23 Wet Bpf 2000) als op grond van artikel 3:310 lid 1 BW (van toepassing voor zover de vorderingen zijn gegrond op onrechtmatige daad). 16-04-2025
- Rechtbank Gelderland Na oprichting in 2017 heeft een vennootschap zich bezig gehouden met het verrichten van consultancydiensten. In 2021 ontstaat een geschil over meerdere punten tussen de aandeelhouders en bestuurders van de vennootschap. Na verschillende gesprekken komen partijen er niet uit en wordt een enquêteprocedure bij de OK gestart. Eisers menen niet te beschikken over alle informatie om de vermogenstoestand van de vennootschap te kunnen beoordelen. Gedaagden stellen dat de enquêteprocedure afgewacht kan worden voor het oordeel over de punten die tussen partijen in geschil zijn. Gezien het karakter van een kortgedingprocedure is voor toewijzing van de vordering spoedeisend belang vereist. Dit ontbreekt bij de vorderingen van eisers, met uitzondering van de vordering tot wijziging van de toegangsrechten tot Microsoft. De rechtbank veroordeelt gedaagden tot het wijzigen van de toegangsrechten zodat ook eisers toegang hebben. 26-03-2025
- Rechtbank Amsterdam In deze zaak van de Netherlands Commercial Court NCC District Court gaat het (mede) om de vraag of koper gehouden is tot het verstrekken van bepaalde documenten aan verkoper. De NCC komt tot het oordeel dat daar geen basis voor bestaat in de (earn-out bijlage van de) SPA en ook dat niet aan het door artikel 843a Rv voorgeschreven vereiste van ‘voldoende aannemelijkheid’ wordt voldaan. De incidentele vorderingen zijn derhalve afgewezen. 05-03-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Een ontslagen statutair directeur vordert nietigverklaring dan wel vernietiging van het ontslagbesluit van de raad van commissarissen en dat zijn overeenkomst van opdracht met de vennootschap moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen af. Anders dan de bestuurder betoogt, hadden de commissarissen geen tegenstrijdig belang, zijn de raadgevende stem van de bestuurder en het adviesrecht van de ondernemingsraad niet geschonden, is het ontslagbesluit niet in strijd met het belang van de onderneming en niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus de rechtbank. De statutair directeur had verder geen arbeidsovereenkomst met de onderneming. Hoewel er diverse factoren zijn die wijzen in de richting van een arbeidsovereenkomst, is naar het oordeel van de rechtbank alles afwegend sprake van een overeenkomst van opdracht. De positie en zeggenschap van de statutair directeur tegenover de onderneming wegen daarbij het zwaarst. Die staan haaks op de verhouding tussen werkgever en werknemer en zijn zo atypisch voor een arbeidsovereenkomst dat de rechtbank daar groot gewicht aan toekent. 26-02-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Een curator stelt de bestuurder aansprakelijk voor het tekort in het faillissement van de vennootschap. De in Duitsland woonachtige gedaagde is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is en Nederlands recht van toepassing is. Omdat de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, wijst de rechtbank het gevorderde toe. 15-01-2025