Naar boven ↑

ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

4.518 resultaten

Rechtspraak

OR 2015-0357

Carutongroep

Eiser is als DGA betrokken bij een groep vennootschappen, waarvan de topholding failliet is verklaard. In verband met een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering vordert eiser van de diverse groepsvennootschappen dat zij inzage verschaffen in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a Rv. De rechtbank stelt voorop dat voor toewijzing van een op artikel 843a Rv gegronde vordering vereist is dat aan alle in lid 1 van dit artikel gestelde voorwaarden wordt voldaan: (i) de wederpartij van degene die bescheiden te zijner beschikking heeft of onder zijn berusting, heeft een rechtmatig belang bij inzage, afschrift of uittreksel daarvan, (ii) de vordering heeft betrekking op bepaalde bescheiden en (iii) de bescheiden betreffen een rechtsbetrekking waarin de wederpartij van degene die ze te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, partij is. Voorts dient geen sprake te zijn van een uitzondering genoemd in de leden 3 en 4 van voormeld artikel. In het kader van de beoordeling van de vraag of sprake is van een rechtmatig belang gaat de rechtbank na of de gevraagde bescheiden relevant zijn voor de rechtspositie van de verzoekende partij in een bestaand of mogelijk te verwachten geschil, in het kader waarvan de bescheiden worden verlangd. Voor het bestaan van een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv is volgens recente jurisprudentie van de Hoge Raad reeds voldoende dat de gevraagde documenten relevant zijn voor de beoordeling van een lopend of te verwachten geschil met het oog waarop de verstrekking wordt gevraagd. Of de houder van de betrokken documenten daarbij al dan niet als partij kan worden aangemerkt, is niet meer van belang. De rechtbank concludeert tot toewijzing van de vordering voor zover kan worden aangenomen dat gedaagden de beschikking hebben over de gevraagde bescheiden. De stukken inzake de failliete Caruton BSO BV bevinden zich bij de curator en om die reden wijst de rechtbank de vordering wat betreft deze vennootschap af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Middelburg), 24-06-2015

Rechtspraak

OR 2015-0359

Stichting Bewaarder HGF III/gedaagde

HGF III heeft als verhuurder een afbetalingsregeling gesloten met haar huurder en twee groepsmaatschappijen van die huurder, die (deels) ook gebruikmaakten van de huurruimte. Nadat een van die vennootschappen failliet wordt verklaard, spreekt HGF III de (uiteindelijk) bestuurder van de schuldenaren persoonlijk aan voor nakoming van de afbetalingsregeling. Aan haar vorderingen legt HGF III ten grondslag dat gedaagde bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst onrechtmatig jegens HGF III heeft gehandeld en dat hem daarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Het betoog van HGF III dat gedaagde een vooropgezet plan heeft uitgevoerd (dat uiteindelijk resulteerde in een doorstart) en haar daarbij om de tuin heeft geleid en dat gedaagde bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst in ieder geval wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat Bedrijf II niet aan haar verplichtingen op grond van de vaststellingsovereenkomst zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, slaagt niet. Vast is komen te staan dat HGF III bekend was met de moeilijke financiële situatie bij de betrokken groepsvennootschappen. De stelling van HGF III, dat gedaagde haar tijdens de onderhandelingen die aan het sluiten van de vaststellingsovereenkomst zijn voorafgegaan heeft meegedeeld dat de nadien gefailleerde groepsvennootschap solvabel en financieel gezonde was, mist dan ook iedere grond.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 14-10-2015