DGA/Rabobank

Een DGA komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat een herfinancieringsovereenkomst tussen de DGA en Rabobank is aangegaan in de normale uitoefening van het bedrijf. De DGA stelt dat dit niet het geval is en dat de overeenkomst vernietigbaar is, omdat de DGA geen toestemming van zijn echtgenote had voor het aangaan van de overeenkomst. Het hof oordeelt dat het in feite slechts ging om de herfinanciering van het eerder verstrekte krediet, waarbij de voor de bedrijfsuitoefening beschikbare liquiditeit niet werd vergroot en de zekerheidspositie van Rabobank werd versterkt. Het hof oordeelt dat toestemming van de echtgenote was vereist en dat de herfinancieringsovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk is vernietigd.

Schadestaatprocedure jegens accountant(sorganisatie)

In deze schadestaatprocedure jegens een accountant en zijn accountantsorganisatie staan drie afzonderlijk uitgewerkte schadeposten centraal: een te lage prijs voor aandelen door een onjuiste vaststelling, buitengerechtelijke kosten en immateriële schade (psychische problematiek door de vele procedures). Evenals eerder de rechtbank wijst het hof de vorderingen af vanwege ontoereikende onderbouwing.

Door OM verzocht civielrechtelijk bestuursverbod: recidive, schending inlichtingen- en medewerkingsplicht en een persoonlijk verwijt

Aan verweerder wordt een door het OM verzocht civielrechtelijk bestuursverbod opgelegd voor vijf jaar. Het OM heeft zijn verzoek gegrond op artikel 106a onderdeel d Fw en subsidiair op onderdeel c.

Bestuurder zorginstelling niet aansprakelijk in verband met niet-naleving zorgbrede governancecode

Hof wijst vorderingen van een curator jegens de bestuurder van een zorginstelling af. Het niet naleven van de zorgbrede governancecode levert geen onbehoorlijk bestuur op.

X/ACM Products

In hoger beroep voert de in eerste aanleg veroordeelde bestuurder met succes verweer. Geen bestuurdersaansprakelijkheid wegens schending van de Beklamel-norm, noch rechtstreekse aansprakelijkheid wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm.

Curator niet aansprakelijk voor verkopen vermeend verpande zaken; (indirect) bestuurders wel aansprakelijk na schenden deponeringsplicht

In deze zaken komen een vennootschap en een (indirect) bestuurder op tegen de oordelen van de rechtbank over de aansprakelijkheid van de curator van de gefailleerde vennootschap en de aansprakelijkheid van deze (indirecte) bestuurders.

X/Uitdehaag q.q.

Een op de voet van artikel 2:248 lid 2 BW aangesproken bestuurder die zich verweert met een beroep op een andere belangrijke oorzaak moet, wanneer de curator hem verwijt dat hij heeft nagelaten het intreden daarvan te voorkomen, een voldoende concreet feitelijk verhaal stellen tegenover dit ‘nalaat-verwijt’.

A.c.s/X c.s.

Bestuurder is werkzaam op grond van een managementovereenkomst (overeenkomst van opdracht) en niet op basis van een arbeidsovereenkomst.

Mampaey Industries/Verenigde Tanrederij c.s.

Een aandeelhouder draagt 5% van zijn aandelen over aan een derde en vordert in kort geding dat de andere aandeelhouders op grond van een drag-along-bepaling al hun aandelen aan die derde leveren. De voorzieningenrechter wijst de vordering af, omdat niet op voorhand is komen vast te staan dat de drag-along-bepaling gedwongen uitkoop van de overige aandeelhouders mogelijk maakt.

Hillechien Trijntje Meijer q.q./Bestuurders transportbedrijf

Na faillissement van een transportbedrijf wordt een doorstart gemaakt via twee andere vennootschappen. Nadat ook deze vennootschappen failliet worden verklaard, vordert de curator van beide vennootschappen een verklaring voor recht dat de betrokken bestuurders aansprakelijk zijn voor de boedeltekorten. De rechtbank wijst de vordering toe, gelet op te laat gepubliceerde jaarrekeningen, niet op orde zijnde administratie, een onvoldoende voorbereiding van de doorstart en het te lang voortzetten van verlieslatende bedrijfsactiviteiten.