Roger Beheer/Rocca Holding
Bestuurder stelt zichzelf en zijn medebestuurder c.q. echtgenote borg voor een geldleningsovereenkomst voor de vennootschap. Na faillissement van de vennootschap vordert de schuldeiser terugbetaling van de geldlening door beide bestuurders. De vordering wordt slechts toegewezen ten aanzien van de bestuurder die de geldleningsovereenkomst ondertekend heeft. Beroep op artikel 1:88 BW wordt afgewezen, omdat de lening is aangegaan in de normale uitoefening van het bedrijf van de vennootschap, zodat toestemming van de echtgenote niet vereist was.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 18-12-2019