Afrekening na opzegging vof-contract

Vordering van appellanten tot veroordeling van hun medevennoten in een vof tot afrekening na opzegging vof-contract. In dit tussenarrest oordeelt het hof dat sprake is van een leemte in het vof-contract ter zake van de wijze van afrekening bij ontvlechting en de voortzetting van de exploitatie van het bedrijf na opzegging. Het hof vult deze leemte in aan de hand van de maatstaf uit Flexabram/Iprem (HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2821) en stelt partijen in staat om samen één definitieve eindafrekening op te stellen.

Bricorama B.V. c.s./Intergamma B.V. c.s.

OK, enquête. Bricorama, een aandeelhouder van Intergamma (inkoop- en marketingorganisatie van Gamma/Karwei-franchisenemers), verzoekt een enquête en het treffen van onmiddellijke voorzieningen naar aanleiding van het project Guinness, een voorgenomen intragroepovername van aandelen en activiteiten en de wijziging van de governance. De OK oordeelt dat de besluitvorming over het project deels gebrekkig is geweest en houdt iedere beslissing aan totdat een nieuwe bava is gehouden.

Gemeente Veenendaal / X

Vonnis in de ‘Freule-affaire’. De gemeente Veenendaal is als borg aangesproken nadat een stichting haar lening niet kon terugbetalen door slechte investeringen en een daaraan verbonden bankgarantie waaronder getrokken is. De gemeente heeft in eerdere procedures de bestuursleden van de stichting aansprakelijk gesteld en stelt nu tevens een financieel adviseur op wiens advies de slechte investeringen zijn gedaan aansprakelijk. De rechtbank oordeelt dat de adviseur aansprakelijk is door zijn onzorgvuldig handelen en nauwe betrokkenheid bij de totstandkoming van de investeringen en de bankgarantie.

FTB

OK, enquêteverzoek van 50%-medeaandeelhouder. De OK oordeelt dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid, onder meer omdat de bestuurder een al vastgestelde jaarrekening heeft gewijzigd en bestuursbesluiten heeft genomen waarbij hij een tegenstrijdig belang had.

Advocaatkosten ten laste van de vennootschap

Vordering van een vennootschap in liquidatie tegen haar voormalig bestuurder en minderheidsaandeelhouder tot betaling van advocaatkosten die zijn gemaakt in het kader van een kort geding ter voorkoming van haar liquidatie. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van vereenzelviging van het belang van de minderheidsaandeelhouder met het belang van de vennootschap, en dat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van onrechtmatig handelen van gedaagde door de kosten ten laste te laten komen van de vennootschap.

Stichting Klein Jeruzalem

Vordering in kort geding van twee oud-bestuurders van de Stichting Klein Jeruzalem, die door hun medebestuurders als gevolg van een impasse onbevoegdelijk zijn uitgeschreven, tot wederinschrijving. De voorzieningenrechter wijst de vordering toe, omdat het besluit om eisers te schrappen als bestuurders en in hun plaats een andere bestuurder te benoemen in strijd is met de statuten van de Stichting en daarmee – ingevolge artikel 2:21 lid 2 BW – nietig.

Huisartsenpraktijk De la Rey B.V.

OK, enquête. De OK oordeelt dat de ernstig verstoorde verhouding tussen een huisarts en een praktijkmanager enig collegiaal bestuursoverleg in de weg staat en een negatieve weerslag heeft op de gang van zaken in en rondom de huisartsenpraktijk. De OK beveelt een onderzoek en benoemt een tijdelijk bestuurder met beslissende stem en zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Aannemingsbedrijf BouwNet B.V.

Vordering tot schadevergoeding wegens oneigenlijke toe-eigening van aandelen tegen de bestuurder van de vennootschap waaraan de aandelen zijn overgedragen. In dit tussenarrest oordeelt het hof, anders dan de rechtbank, dat tussen partijen geen wilsovereenstemming heeft bestaan over de verkoop van aandelen en derhalve onrechtmatig is gehandeld, ter zake waarvan de zo-even genoemde bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft.

Lichtkoepels

Vordering van een crediteur van een failliete vennootschap tegen haar voormalige bestuurders wegens schending van de Beklamel-norm. De kantonrechter wijst de vordering toe, omdat de bestuurders hebben toegelaten dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakwam terwijl zij de schade die daardoor werd veroorzaakt in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs hadden kunnen en moeten voorkomen.

Levrier B.V./X

Vorderingen van een vennoot tegen de enig bestuurder van zijn medevennoot omdat de bestuurder welbewust een nieuwe vennootschap zou hebben opgericht om eventueel verhaal van schulden onmogelijk te maken. Het hof heeft de vorderingen afgewezen. De Hoge Raad doet het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO.