X en Y/Visser q.q.
Antilliaanse zaak. Vordering van de curator van een gefailleerde vennootschap tegen haar bestuurders tot betaling van het boedeltekort. Het hof constateert een schending van de deponerings- en boekhoudplichten, maar acht de faillissementsoorzaak gelegen in ernstig teruggelopen omzet, en oordeelt dat onbehoorlijk bestuur van de dochtervennootschap niet kan worden toegerekend aan de moeder.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 22-08-2017