Zwaluwe/Energy2020

Vordering van een aannemingsbedrijf tegen de middellijk bestuurder van de opdrachtgever tot schadevergoeding wegens schending van de Beklamel-norm en frustratie van betaling en verhaal. De rechtbank wijst de vordering af. Er was sprake van een liquiditeitskrapte, maar niet van een dusdanig slechte financiële situatie dat de bestuurder gehouden was de ondernemingsactiviteiten te stoppen.

Ondernemingsraad DA/Lensink q.q.

Medezeggenschapsrecht; faillissement en doorstart DA Retailgroep. Anders dan de OK oordeelt de Hoge Raad dat het adviesrecht van de ondernemingsraad ex artikel 25 WOR ook geldt tijdens faillissement wanneer het gaat om de overdracht van activa in het kader van een voortzetting of doorstart van de onderneming met vooruitzicht op behoud van arbeidsplaatsen.

Akzo Nobel N.V./X

OK; overnamestrijd AkzoNobel. Afwijzing verzoek van aandeelhouder Elliott tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen die in de kern zien op het ontslag van commissaris Burgmans en de benoeming van een commissaris met een beslissende stem. De OK oordeelt dat niet kan worden gezegd dat AkzoNobel op onzorgvuldige wijze tot de afwijzing van de voorstellen van PPG heeft besloten en laat in het midden of de mate waarin en de wijze waarop aan de aandeelhouders verantwoording is afgelegd een gegronde reden oplevert om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken te twijfelen.

Conservatrix Groep S.A.R.L./Conservatrix N.V. c.s.

OK; enquête. Afwijzing verzoeken tot het gelasten van een enquête en het treffen van diverse onmiddellijke voorzieningen met betrekking tot levensverzekeraar Conservatrix tegen de achtergrond van geïntensiveerd toezicht door DNB. Ontvankelijkheidsverweer in verband met een bestuursrechtelijke procedure tegen DNB eveneens afgewezen.

Mota-Engil Africa N.V.

OK; uitkoopprocedure. Vervolg op het tussenarrest van 30 augustus 2016 (OR 2016-0267). De OK oordeelt dat de door Mota-Engil SGPS ingediende notariële verklaring voldoet aan de daaraan in verband met de toetsing aan het kapitaalsvereiste te stellen eisen.

X/Y

Vordering van een financier van een stichting tegen haar bestuurder wegens schending van de Beklamel-norm en frustratie van betaling en verhaal. Beroep op verjaring. Het hof oordeelt dat de rechtsvordering niet is verjaard, omdat de financier in de relevante periode niet bekend was met het onrechtmatig handelen van de bestuurder en de daaruit voortvloeiende schade.

Bestuurder stichting/Autocash

Vordering van de lessor tegen de lessee en haar bestuurder tot schadevergoeding wegens niet-nakoming van een leasecontract voor een bestelauto. De kantonrechter heeft de vordering integraal toegewezen. Het hof oordeelt dat, hoewel de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld door de auto niet te retourneren, hij geen contractspartij is en er geen ruimte bestaat voor bestuurdersaansprakelijkheid voor het volledige contractuele schadebedrag.

Curatoren/Stichting Particulier Fonds RSA c.s.

Curaçaose faillissementszaak. Status van oprichtersrechten in een Stichting Particulier Fonds naar Curaçaos recht; vermogensrecht of persoonlijk recht? Het gerecht oordeelt dat de oprichtersrechten vergelijkbaar zijn met de rechten van een enig aandeelhouder in een besloten of naamloze vennootschap, en dat zij tot de faillissementsboedel behoren, zodat de curatoren de daaruit voortvloeiende rechten kunnen uitoefenen.

Verweerders/QPH

Vordering van een schuldeiser van de vennootschap tegen haar bestuurders tot schadevergoeding, onder meer wegens selectieve betaling. Het hof heeft de vorderingen afgewezen omdat niet is gebleken dat alle andere schuldeisers zijn voldaan in de wetenschap dat de schuldeiser daardoor niet betaald kon worden. De Hoge Raad doet het cassatieberoep af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO.

Regiopraktijk Mondaat

Vordering van een leverancier van een ontbonden vennootschap tegen haar voormalig statutair bestuurder tot betaling van openstaande facturen, primair op grond van misbruik van identiteitsverschil, subsidiair op grond van de Beklamel-norm. De kantonrechter wijst toe op de subsidiaire grondslag, omdat de bestuurder goederen bleef afnemen terwijl zij doende was de onderneming in een andere rechtspersoon voort te zetten.