Naar boven ↑
4.302 resultaten

Rechtspraak

OR 2015-0363

Stichting X Noord-Holland/X en Y

Geïntimeerden hebben in eerste aanleg primair de hoofdelijke veroordeling van de appellante en A tot betaling van € 25.000 gevorderd, wegens onttrekkingen aan de beheerrekening van X. De kantonrechter heeft hun vordering toegewezen. Appellante heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Appellante betoogt onder meer dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat appellante te verwijten valt dat X jegens geïntimeerden toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen omdat zij door het bewerkstellingen, althans niet voorkomen van deze wanprestatie haar taak als enig bestuurder van X zodanig onzorgvuldig heeft behartigd ten opzichte van geïntimeerden dat haar een ernstig verwijt te maken valt. Het hof neemt als uitgangspunt dat in het geval dat van een klant wordt verlangd dat deze zijn bankpas en pincode aan een derde verstrekt, de zorgvuldigheid jegens deze klant vereist dat daarmee behoedzaam wordt omgegaan en dat een deugdelijk controlesysteem op het gebruik van de pas en de pincode wordt toegepast. Het hof oordeelt dat nu appellante heeft ingestemd met de overdracht van het dossier aan A en heeft toegelaten dat A dit dossier vervolgens eigenmachtig ging beheren zonder enige controle op de door hem gedane betalingen, deze handelwijze ten opzichte van geïntimeerden zodanig onzorgvuldig is dat appellante daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt en zij aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die geïntimeerden ten gevolge daarvan hebben geleden. Aan deze (bestuurders)aansprakelijkheid doet niet af dat niet is komen vast te staan dat appellante – in tegenstelling tot A – enig persoonlijk voordeel heeft gehad, noch dat zij niet actief bij het inkomensbeheer van geïntimeerden was betrokken.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 06-10-2015