Redelijke termijnloze opzegging VOF
In deze zaak wordt een VOF door vennoot A aan vennoot B per direct opgezegd, omdat vennoot B (vrijwel) geen werkzaamheden verricht terwijl vennoot B wel zou verwachten dat aan hem wordt uitgekeerd. De rechtbank overweegt dat een opzegging zonder termijn doorgaans niet redelijk is, maar dat in deze zaak vaststaat dat vennoot B vanaf het begin van de VOF, behalve de oprichting als zodanig, geen eigen actieve bijdrage in de VOF heeft geleverd. Voorts staat vast dat gedurende het bestaan van de VOF en tijdens de procedure, vennoten A en B elkaar met regelmaat beschuldigen van het ‘plunderen’ van de kassa althans daaruit zonder verantwoording nemen van gelden. Volgens de rechtbank is onder die omstandigheden het in acht (moeten) nemen van enige opzegtermijn door vennoot A zinloos, waar dat alleen de periode dat vennoot B geen inbreng heeft, verlengt. Daarom acht de rechtbank de door vennoot A gedane opzegging redelijk en geldig.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 01-07-2015