X/Y
Deze uitspraak ziet op een reddingsplan waartoe is besloten ten aanzien van een scheeps-CV. Onderdeel van dit plan, welk onderdeel nodig is voor de medewerking van de bancaire financiers, is onder meer dat een deel van het commanditaire kapitaal wordt omgezet in een lening aan een bevriende stichting en dat door de commandieten afstand wordt gedaan van (nagenoeg) hun gehele resterende aanspraken. De door Cosmos Shipping B.V., tevens commandiet, aan de CV verstrekte lening zou daarentegen worden geconverteerd in kapitaal. Appellanten hebben als commandieten bezwaar geuit tegen deze constructie, waarna zij in kort geding zijn veroordeeld om kort gezegd de uitvoering daarvan te gehengen en gedogen. Appellanten hebben tegen die veroordeling een groot aantal grieven gericht, welke in de samenvatting worden besproken. Daarbij komt onder meer de door de voorzieningenrechter gemaakte belangenafweging aan bod. Zeer kort samengevat, overweegt het hof dat het enige in rechte te honoreren belang van appellanten dat door de constructie werd aangetast, was het behoud van zeggenschap over het schip, dat echter bij niet-uitvoering van het reddingsplan in elk geval verloren zou zijn gegaan. Daarmee verloor ook dat belang elke betekenis en werd het onredelijk ter bescherming daarvan de meerderheid van de commanditaire vennoten in hun wensen te dwarsbomen. Het hof onderschrijft daarom het oordeel van de voorzieningenrechter dat medewerking aan de conversie in redelijkheid van appellanten gevergd kon worden.
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 02-12-2014