Naar boven ↑
4.329 resultaten

Rechtspraak

OR 2015-0052

X/Y

Zaak over ontbinding en vereffening van een vof, opgericht in 1935. De (thans overleden) vennoten hebben zonder succes geprobeerd overeenstemming te bereiken over ontbinding van de vof en de scheiding en verdeling van het vennootschapsvermogen, bestaande uit percelen land. Gedurende die tijd hebben de vennoten ieder afzonderlijk percelen van de vof geëxploiteerd. Eiser, de zoon van de als eerst overleden vennoot vordert ontbinding van de vof en verdeling overeenkomstig het gebruik van de percelen sinds 1976. Gedaagde, zoon van de laatst overleden vennoot, stelt dat de vof al kort na de dood van de eerst overleden vennoot is ontbonden, met voortzetting van de onderneming van de vof door zijn vader c.q. gedaagde zelf. De rechtbank volgt gedaagde hierin niet: de vof is conform de vennootschapsovereenkomst voortgezet met de intentieverklaring daartoe (zoals voorzien in het vennootschapscontract) van de zoon van de eerst overleden vennoot. Een beroep op het ontbreken van een tijdige verklaring van A, zoals voorgeschreven in het vennootschapscontract, is naar eisen van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De rechtbank spreekt ontbinding van de vof uit. Aan gedaagde komt na ontbinding van de vof niet het recht toe de onderneming van de vof voort te zetten. Uitgangspunt bij de verdeling na de vereffening is dat aansluiting wordt gezocht bij de feitelijke verdeling zoals deze vanaf 1976 heeft gegolden.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 07-01-2015